Apparatuur kan ook te vaak piepen

Een patiënt op afstand in de gaten houden, kan goedkoper zijn. Maar dan moet de apparatuur niet onnodig vaak alarm slaan, schrijft NRC.

Patiënten wier vitale waarden – hartritme, ademfrequentie, bloeddruk, temperatuur en zuurstofsaturatie – op afstand worden gemonitord, lijken regelmatig zieker te worden zonder dat dat echt zo is. Dit komt doordat de tientallen waarden die per uur worden gemeten, op afstand, vaak heel even de ‘alarmscore’ overschrijden. Dan klinkt er prompt een piep bij de verpleegkundige. Dat betekent niet minder maar meer werk voor de verpleegkundige, die elke keer moet controleren hoe het echt met de patiënt gaat.

Hartslag omhoog

Dit blijkt volgens NRC uit een onderzoek van promovenda Harriët van Goor, anesthesioloog in opleiding in het UMC Utrecht: „De apparatuur om alles te meten, werkt. Maar wij wilden weten of de verpleegkundige of arts de gemeten waarden op afstand ook goed kan duiden. Dat bleek niet zo te zijn. Als een patiënt naar de douche loopt, thuis, dan gaat zijn hartslag bijvoorbeeld omhoog. Dat is niet erg – maar op de monitor van de verpleegkundige gaat er dan een piep. Zij weet op afstand niet wat de oorzaak is.”

Piep-moeheid

Het gevaar van ‘piep-moeheid’ ligt op de loer, zegt Harriët van Goor in NRC. „Het moet niet zo zijn, dat er zo veel overbodige piepjes af gaan, dat de verpleegkundige op het moment dat er écht iets aan de hand is, niet meer naar de patiënt toe gaat.” De kunst is om de monitoring zo in te richten dat de verpleegkundige of huisarts verslechtering van een patiënt niet over het hoofd ziet maar ook niet te vaak erheen moet.