Verbouwing van het huis geeft rust

55-plussers verbouwen erop los. Ze willen best verhuizen naar een kleinere woning, maar ze kunnen niks vinden, aldus de Telegraaf. “Dat is ontzettend zonde, want nu zitten we hier met z’n tweeën, terwijl hier prima een gezin met drie of vier kinderen zou kunnen wonen.”

Verzuchting uit Almere: “We hebben gezocht naar bungalows, maar die zijn hier gewoon niet te koop. En als er eentje beschikbaar komt, moet je daar vaak een heleboel aan opknappen, waardoor je zo een ton extra kwijt bent. Als je hier een appartement wilt hebben, betaal je al gauw 5 ton, terwijl je gigantisch inlevert qua ruimte.” Daarom koos het echtpaar er volgens de Telegraaf voor om hun huidige eengezinswoning te verbouwen en te verduurzamen.

Geen enkel aansprekend huis

Ook een echtpaar uit uit Munstergeleen (nabij Sittard) heeft  voor een verbouwing gekozen. “We wilden best verhuizen, maar in ons dorp was geen enkel aansprekend huis.” Het echtpaar heeft ook in Sittard gekeken naar een gelijkvloerse woning. Daar moest je zo 75.000 gaan overbieden op een huis van 470.000. “Dat ging ons echt te ver. Aan de rand van onze gemeenten zijn ze weliswaar nieuwe seniorenwoningen aan het bouwen, maar die zijn zo klein dat je denkt: ‘Dan kunnen ze me beter meteen opsluiten’. En daar betaal je rustig 4 ton voor.” Verduurzaming en het levensloop bestendig maken van het huis geeft rust, “want je wordt onrustig van dat permanente zoeken.”

Nog jaren vooruit

Ook een stel uit het Limburgse Haelen heeft de keuze gemaakt te verbouwen, beschrijft de Telegraaf. “Je wordt hier eigenlijk toe gedwongen. Er zijn zo weinig mogelijkheden om ergens anders te beginnen. En als je al iets kunt vinden, krijg je een kleinere woning voor hetzelfde geld. Dan blijven we liever in ons huidige huis wonen.” Met een extra badkamer en slaapkamer op de benedenverdieping  “kunnen we nog jaren vooruit, ook als we slechter ter been raken.” “Mijn eigen opa en oma gingen gezond naar seniorenwoningen, waar ze nog jaren konden samenwonen. Helaas kan dat tegenwoordig bijna niet meer.”