Haal alles uit de kast voor zoiets als Knarrenhof
Gezamenlijke initiatieven van inwoners, zoals samen een Knarrenhof realiseren, duren vaak jaren. Hoewel de term noaberschap populair is, frustreert de overheid lokale initiatieven in de geest van noaberschap, schrijft publiekshistoricus Marco Krijnsen in dagblad de Stentor.
Krijnsen beschrijft onder meer hoe in 2017 een groep Deventenaren het initiatief neemt om te komen tot een Knarrenhof, een woongemeenschap met zelfstandige woningen en gemeenschappelijke voorzieningen. Je zou het een moderne vorm van noaberschap kunnen noemen. Men let op elkaar, doet de boodschappen voor de minder mobiele buurman/-vrouw en verzorgt samen de tuin.
Druppel op gloeiende plaat
Een mooie manier om zo lang mogelijk actief te blijven en de zorg te ontlasten, terwijl het project bovendien goed is voor de doorstroming op de woningmarkt. Een typische win-winsituatie. Je zou verwachten dat de overheid alles uit de kast haalt om zo’n initiatief mogelijk te maken, aldus Krijnsen in de Stentor. Maar de praktijk is anders: Waarschijnlijk in 2025, acht jaar na de start, worden de 25 woningen van het Deventer Knarrenhof opgeleverd. Een druppel op de gloeiende plaat. Het aantal belangstellenden bedraagt inmiddels 870…
Probaat middel voor doorstroming
Een lezer van de Stentor laat weten inmiddels met veel plezier te wonen in de eerste Knarrenhof, het Aahof in Zwolle. “Van de naam heb ik geen last. Zelf nog gezond van lijf en leden, 70 jaar oud, in staat tot noaberschap dat hier volop wordt gepraktiseerd! Inmiddels meer dan tien vergelijkbare Knarrenhofjes in Nederland en er staan er nog veel meer in de steigers! Probaat middel om doorstroming te bevorderen, weet ik uit eigen ervaring. Initiatieven die navolging verdienen!”