Tips vanaf de 50-pluscamping

De Drie Provinciën, op de grens van Groningen, Friesland en Drenthe, is een camping voor 50-plussers. Een ideale plek dus volgens Trouw voor een gesprek over hoe je omgaat met ouder worden, het thema van de zesde aflevering van de podcast Loket voor het Leven, die dinsdag is uitgekomen.

In de podcast over de omgang met ouder worden schetst filosofisch gerontoloog en geestelijk verzorger Hanne Laceulle twee beelden over ouder worden. Het ene is dat van verval en achteruitgang. Dat gaat gepaard met afhankelijkheid en kwetsbaarheid. Daar is niks tegen te doen, daar moet je je bij neerleggen.

Vitaal, energiek, fit

Als reactie daarop is volgens Laceulle het andere beeld ontstaan: ouderen als vitale, energieke en fitte mensen. Reizen, hobby’s, kleinkinderen: alles kan. Laceulle nuanceert beide beelden. Afhankelijk zijn we ook in andere levensfases, zegt ze in Trouw, zo autonoom zijn we niet. Kwetsbaarheid hoort bij het leven. En het energieke leven van levenslustige gepensioneerden, dat is volgens haar maar voor een kleine groep weggelegd.

Kwetsbaarheid als vijand

Ze ziet ook dat mensen die alles nog doen en kunnen de fase van toenemende afhankelijkheid en kwetsbaarheid als vijand zien, als iets om tegen te strijden. Het lijkt haar beter om te aanvaarden dat ook die kant van het ouder worden bij het leven hoort, en om je daarop voor te bereiden.

Elke keer wat inleveren

Trouw sprak op camping De Drie Provinciën met een aantal gepensioneerden en noteerde onder meer:

– “Je spreekt mensen op hetzelfde niveau. Ik vind het altijd leuk om te weten wat mensen doen voor werk. Hier vraag je niet: wat doe je, maar: wat heb je gedaan?”

-Niet meer kunnen skiën is ‘effe wennen.’ “Maar ik heb tot mijn 75ste geskied, wie kan dat zeggen? Dan mag je niet zeuren.”

-Actief bezig houden met een volgende fase, waarin  je mogelijk afhankelijker en kwetsbaarder wordt?. “Nee, dat doen we niet. Dan ga je dingen afstoten. Wij zijn samen, en dan trek je je aan elkaar op.”

– “Je moet je levensstijl aanpassen en elke keer wat inleveren. Als het niet meer lukt om met de caravan te rijden, dan stop ik ermee. Ik ga er niet koste wat kost mee door. Je gaat steeds je grenzen verleggen en bijstellen. Het is niet anders.”