Nooit te oud om te leren
Dat oudere werknemers achterblijven, ligt niet altijd aan hun motivatie. Leidinggevenden bieden hun ook minder vaak een training aan,schrijft het FD. Leer- en ontwikkelexpert Tineke van Kooten deed voor haar boek Zestig is het nieuwe veertig, dat binnenkort verschijnt, onderzoek naar de vraag of organisaties genoeg investeren in deze groep.
Met haar boek wil ze vijf misverstanden uit de weg ruimen: ervaren medewerkers denken dat ze alles al weten, ze zijn te oud om te leren, ze willen niet leren, ze redden zich wel en ze krijgen geen loopbaankansen aangeboden. Het is pure kapitaalvernietiging als organisaties medewerkers boven de 55 uitsluiten van trainingen, vindt Van Kooten volgens het FD. ‘Ze snijden zichzelf bovendien in de vingers. Als je medewerkers stimuleert zich te blijven ontwikkelen, levert dat meer langdurig inzetbare krachten op. Nu vallen 55-plussers vaak in een vacuüm en dat is slecht voor hun motivatie en bevlogenheid.’
Bij ons gaat het anders
In haar gids voor werkgevers pleit Van Kooten voor een manier van opleiden die deze leeftijdsgroep meer aanspreekt. Nu zijn cursussen volgens haar te veel gericht op jonge deelnemers, zegt in het FD: ‘Het niveau is te laag voor mensen met twintig of dertig jaar werkervaring. En trainers die starters gewend zijn, neigen naar zenden. Dat valt verkeerd bij ouderen, want die willen kunnen zeggen: bij ons gaat het anders. Daar schrikken trainers soms van. Maar dat is geen weerstand, dat is betrokkenheid. Een goede trainer is in staat om senioren als gelijkwaardige gesprekspartners te benaderen.’