Morgen gaat het beter: 100-jarigen in beeld
Zaterdag is in het Fotomuseum aan het Vrijthof in Maastricht de tentoonstelling van Humberto Tan geopend. De presentator toont met ‘Morgen gaat het beter’ close-up portretten, handen en interieurs van meer dan 100 honderdjarigen die hij in Nederland en Suriname fotografeerde en interviewde. “Van hen leerde ik dat ik mijn zegeningen moet tellen en vaker tevreden zou moeten zijn met de kleine dingen in het leven”, vertelt hij in de Telegraaf.
Vier levensvragen
“Wat ik het liefst doe, is bijzondere verhalen verzamelen. Op tv en radio, maar ook voor mijn camera. Voor dit project heb ik drie jaar lang kriskras door heel Nederland gereisd. Ik kwam bij mensen thuis of in hun kamer in het verzorgingstehuis. En ik stelde iedereen dezelfde vier vragen: Heeft u nog dromen? Wat heeft het leven u geleerd? Bent u wel eens bang geweest? En wanneer was u het gelukkigst?” Deze levensvragen leidden volgens de Telegraaf tot mooie, persoonlijke gesprekken, opgetekend in een vuistdik boek.
Niet klagen, maar dragen
Een geheim of vast recept om stokoud te worden, is er niet, aldus Tan in de Telegraaf. “Natuurlijk heb ik ook naar gezondheidstips gevraagd. Maar ook die lopen uiteen van blijven bewegen tot ’niet te veel drinken, hooguit drie borrels per dag’. Sommigen rookten zelfs stevig. Maar wat ze allemaal gemeen hadden, was een sterke mate van optimisme en veerkracht. Morgen gaat het beter, de titel van een bekend liedje van Willy Derby uit hun jeugd, vat dat goed samen. Niet klagen, maar dragen, kop op, de schouders eronder en doorgaan.”