Bejaardenhuis als schrikbeeld
‘Ik ben honkvast, in alles. Ik lees al mijn hele leven dezelfde krant, heb altijd bij de Amrobank gewerkt en ik stem CDA.’ Arie Nieuwenhuijsen is 100 jaar. Voor geen goud wil hij in een bejaardenhuis belanden, vertelt hij in de Volkskrant. Dus gaat hij elke ochtend nog dapper vijf trappen neer en op om de krant uit zijn postbus te halen. Dat doet hij met gemak nóg een of twee keer op een dag, om boodschappen te doen en om een ommetje te maken. Dat alles zonder hulpmiddel als stok of rollator. In zijn appartement op 3-hoog in Voorburg zijn zijn drie kinderen geboren en liggen veel dierbare herinneringen aan zijn jong-gestorven vrouw – die hij altijd trouw is gebleven. Hij staat lichtvoetig in het leven, want: ‘Wat is een mens zonder humor?’
Ongezond geleefd en toch heel oud
Is het bijzonder in zijn familie om zo oud te worden? Hierover zegt Nieuwenhuijsen in de Volkskrant: ‘Twee van mijn vijf broers zijn ook 100 jaar geworden, de ene 100 en 3 maanden, de ander 100 en 8 maanden. Ik ben van plan hen te overtreffen. Dat is kansrijk, want zij waren er minder goed aan toe dan ik op deze leeftijd. Nu zit ik een beetje op te scheppen. Ik zeg altijd: ik heb zeer ongezond geleefd en ben toch heel oud geworden. Tot mijn 50ste heb ik gerookt, en met eten trek ik mij niks aan van wat goed of slecht voor je is. Je hoort vertellen: eet niet te veel zout en suiker. Dan denk ik: je kunt mij nog meer vertellen, ik doe het wel en heb de 100 bereikt. Ik eet veel zoetigheid. De enige alcohol die ik drink is een glaasje port op zondagmiddag, als ik bij mijn oudste dochter op bezoek ben.’
Volledig mijn gang gaan
Wonen in een bejaardenhuis is een schrikbeeld voor hem. ‘Ik heb het geluk dat ik drie lieve kinderen heb, anders zat ik daar nu’,zegt de 100-jarige in de Volkskrant. ‘Mijn oudste dochter doet de zware boodschappen, want die krijg ik de trappen niet meer op, zelf haal ik de lichte boodschappen, zoals vers brood. Een bejaardenhuis moet ik niet hebben, dan ben je je vrijheid kwijt. Je hebt niks meer te vertellen, alles wordt voor je beslist, zelfs het eten dat je wordt voorgeschoteld. Hier in mijn eigen huis kan ik volledig mijn gang gaan.’