Vroegpensioen onder druk
Meer dan een miljoen Nederlanders moeten er rekening mee houden dat ze langer moeten doorwerken. De regeling waardoor ze eerder met pensioen kunnen dreigt volgens de Telegraaf niet op tijd verlengd te worden. Gesprekken hierover tussen bonden en werkgevers komen niet van de grond.
De zogeheten RVU-regeling maakt het mogelijk dat iemand drie jaar voor het bereiken van de AOW-leeftijd stopt met werken. De werkgever betaalt in dat geval een uitkering van €1200 per maand, terwijl een werknemer zijn of haar inkomen kan aanvullen door een deel van het pensioen naar voren te halen.
Vakbond stelt ultimatum
Het vroegpensioen is tijdelijk, de regeling loopt in 2025 af. Dat lijkt nog ver weg, schrijft de Telegraaf, maar om een verlenging – en zelfs een uitbreiding zoals de bonden willen – door beide Kamers te krijgen is tijd nodig. Terwijl de klok tikt, weigert werkgeversorganisatie VNO-NCW met de vakbonden om tafel te gaan. Tot groeiende frustratie van vakbond FNV die de werkgevers donderdag per brief een ultimatum heeft gesteld.
Zwaar werk
FNV en ook CNV vrezen dat van uitstel van het overleg over het vroegpensioen uiteindelijk afstel komt. Dat vooruitzicht zal veel Nederlanders die nu 61 of 60 jaar zijn, en die denken straks eerder te kunnen stoppen met werken, rauw op het dak vallen. Vooral mensen die zwaar werk doen redden het niet allemaal om gezond de AOW te halen.
Vaak te karig
Niet voor niets is de RVU-regeling populair, aldus de Telegraaf, vooral bij mensen die een redelijk pensioenpotje hebben opgebouwd. Sinds 2021 hebben zo’n 14.000 Nederlanders er gebruik van gemaakt, vooral bouwvakkers, leraren en werknemers bij de politie. Tegelijkertijd blijkt de uitkering van €1200 per maand voor anderen te karig. Vooral in de schoonmaak en de verpleging werken mensen in deeltijd. Hun opgebouwde pensioen is lager en naar voren halen ’te duur’. Terwijl werknemers in de industrie, die vaak werken in ploegendienst, te maken krijgen met een inkomensval als ze vervroegd uit willen treden.