Pensioenarmoede onder migranten

De AOW is vooral voor mensen met lagere inkomens cruciaal voor een goede oude dag. Steeds meer gepensioneerden met lage inkomens zijn echter na hun tienerjaren naar Nederland gemigreerd en hebben dus geen volledige AOW, aldus een artikel in tijdschrift ESB.

Voor een volledige AOW moet je vijftig jaar in Nederland hebben gewoond. De Nederlandse eis van vijftig jaar leidt tot grote pensioengaten, vooral bij niet-Europese migranten. Er kan volgens het ESB-artikel inspiratie worden gehaald uit andere landen, waar de AOW-opbouwtermijn een stuk korter is dan vijftig jaar.

Zeventig procent gekort

Geconstateerd wordt dat de Nederlandse opbouwregels relatief streng zijn vergeleken met andere landen en leiden tot pensioenarmoede. Gepensioneerden uit vluchtelingenlanden zijn gemiddeld op hogere leeftijd naar Nederland gekomen en hebben daardoor gemiddeld veel minder opgebouwd. Vluchtelingen uit bijvoorbeeld Afghanistan en Irak worden voor meer dan zeventig procent gekort op hun AOW.

Aanvulling tot sociaal minimum

In principe bestaat er voor de AOW’ers onder de armoedegrens een speciaal soort bijstand, de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO), die hun inkomen aanvult tot aan het sociaal minimum. In de praktijk blijkt echter dat een grote groep van de mensen die er recht op heeft, er toch geen gebruik van maakt. Bijvoorbeeld omdat ze niet bekend zijn met de AIO, omdat ze de overheid niet vertrouwen, of omdat ze langer dan dertien weken per jaar in een ander land (vaak bij familie) willen doorbrengen. Naar schattingen gaat het om dertig tot vijftig procent van de rechthebbenden.