Nederlandse pensioenen blijven wereldwijd top

De Nederlandse pensioenen behoren internationaal nog altijd tot de beste. In veel omringende landen (Duitsland, Frankrijk, Belgie) is politieke spanning over pensioenen. Ook in Nederland klagen ouderorganisaties. Maar dat is wel een beetje raar, aldus Welingelichte Kringen.

Volgens de centrale bank DNB kunnen Nederlandse huishoudens gemiddeld zo’n 60 procent van hun vroegere inkomen vervangen met AOW en aanvullend pensioen; inclusief spaargeld loopt dat iets op. Neem je ook eigen vermogen, zoals de overwaarde van het huis, mee, dan komt de verwachte vervangingsratio voor de mediane huishoudens uit rond de 78 procent. De OESO hanteert een vuistregel dat 70 procent vervanging meestal genoeg is om de levensstandaard te houden; Nederland zit daar gemiddeld duidelijk boven.

Niet alles perfect

Dat wil volgens Welingelichte Kringen niet zeggen dat alles perfect is. Onderzoekers van DNB en universiteiten benadrukken dat zo’n derde van de huishoudens naar verwachting toch onder de 70 procent vervangingsratio uitkomt, bijvoorbeeld zelfstandigen of mensen met een gefragmenteerde loopbaan. Tegelijkertijd spaart een andere grote groep juist (veel) meer dan nodig, wat de vraag oproept of het systeem niet eenvoudiger en transparanter kan.