Martin van Rooijen (80) wil door

Hij debuteerde in 1977 in het kabinet-Den Uyl. En nog steeds is Martin van Rooijen (80) politicus.

Blijft hij? Hij heeft zich in elk geval kandidaat gesteld voor de verkiezingen van de Eerste Kamer in 2023, aldus een EW-profiel.

Altijd weer die rekenrente

Een lichte vertedering is merkbaar, maar ook enige irritatie als Martin van Rooijen (50PLUS) in het koopkrachtdebat in de Eerste Kamer begint over de pensioenplannen van het kabinet. Al snel gaat het over de rekenrente. Zijn stokpaardje. Nee Martin, niet weer die rekenrente, roept een Eerste-Kamerlid buiten de microfoon als Van Rooijen begint over dit thema, dat velen aangaat, maar dat weinigen doorgronden. Het deert Van Rooijen niet.

Niet tornen aan de AOW

Begin dit jaar was hij de drijvende kracht achter het afwijzen door de senaat van het voorstel om de AOW los te koppelen van het minimumloon. ‘Het idee voor die koppeling is nota bene in het kabinet-Den Uyl ontstaan. De AOW is een volksverzekering, net als de kinderbijslag. Een prachtige uitvinding, die voor iedereen hetzelfde is. Daaraan moet je niet tornen. Daar ben ik simpel in.’

Hilariteit

Van Rooijen speelt volgens het EW-profiel met zijn imago. Kondigt tot schrik van zijn gehoor aan dat hij een anekdote gaat vertellen of zegt: ‘Ik zal vanavond een ander woord niet gebruiken. Dat is me tot dusver gelukt, maar ik weet niet of ik het kan volhouden. Ik doe het toch maar: de rekenrente is de laatste week…’ Hij oogst hilariteit.

Beste stelsel van de wereld

Zijn felste strijd voert hij tegen het plan voor een nieuw pensioenstelsel. Waarom moet het beste stelsel van de wereld weg? Zelfs tegen middernacht vertoont hij geen spoor van vermoeidheid in een debat.

Blijft buiten 50PLUS-geruzie

Hij bleef buiten het geruzie in 50PLUS en meldde zich als kandidaat voor de senaatsverkiezingen in 2023, aldus het EW-profiel. ‘Wellicht word ik de oudste senator ooit,’ zegt hij gretig. Hoe hij het volhoudt? ‘Onze Lieve Heer gaf mij een gezond lijf en verstand. Die gaven moet je gebruiken.’