Het grote belang van de ouderdomsbelasting
Wie de leeftijd van 67 bereikt, wordt grootontvanger van geld dat de overheid verzamelt. Dat kan oplopen tot vele tonnen, als je maar lang genoeg leeft. Daarom is het volgens een commentaar van de Leeuwarder Courant ook zo onvoorstelbaar dat een groeiende groep Nederlanders belastingen principieel afwijst.
“Stel, je bent oud genoeg om van de Sociale Verzekeringsbank de eerste AOW-uitkering te ontvangen. Die kan voor alleenstaanden oplopen tot een brutomaandbedrag van 1541 euro. Tel maar op: jaarlijks kom je dan op ruim 18.000 euro uit. Wie nog vijftien jaar in leven blijft, ontvangt dan al gauw 300.000 euro. Een 100-jarige haalt zelfs meer dan het dubbele binnen.”
Jongere schouders
Moeten ouderen zich daar schuldig over voelen? Natuurlijk niet, aldus het commentaar van de Leeuwarder Courant, hun generatie betaalde immers vroeger ook mee aan dit basispensioen. Zo werkt namelijk het principe van de AOW; het is geen spaarpot, maar een systeem waarin jongere schouders de lasten dragen.
Groter aandeel uit belastingpot
Grofweg de helft van de AOW wordt momenteel betaald uit premies die werkenden betalen. De rest komt uit de algemene belastingpot; dit aandeel groeit. De gemiddelde uitkeringsgerechtigde is geen werkloze of asielzoeker, nee, ze is een oudere. Wie de overheidsuitgaven aan AOW, zorg en welzijn voor ouderen optelt, ziet dat een groot en groeiend deel van de belastinginkomsten hun kant op stroomt.
Die tijd mag nooit terugkeren
Blijkbaar zijn er mensen die denken dat je voor je laatste levensjaren wel zonder overheidshulp kunt, constateert de Leeuwarder Courant. “Uit de negentiende eeuw weten we hoe zo’n maatschappij eruitziet: tachtigers moesten tot hun dood doorwerken, talloze bejaarden verkeerden in schrijnende armoe. Die tijd mag nooit terugkeren. Denk hier even aan als je belasting betaalt.”