Geen argumenten meer tegen pensioenplicht
Uit recent onderzoek blijkt dat een aanzienlijk grote groep Nederlanders onder de armoedegrens blijft qua toekomstig pensioeninkomen. En een nog veel grotere groep blijft (ruim) onder de algemene norm van ongeveer 70 procent pensioeninkomen, zelfs als vermogen/overwaarde huis wordt meegenomen. Dat schrijft Theo Gommer (Gommer Advocaten) in de Telegraaf.
“Aan de onderkant van de ladder zitten met name vrouwen, dat komt door de lage (uren) arbeidsparticipatie, zelfstandigen, dat komt door hun lage inkomen en spaarzin, en migranten, dat komt vooral ook omdat ze geen volledige AOW opbouwen. Aan de bovenkant zitten goed betaalde werknemers, die hoge pensioeninkomens hebben, nog aangevuld met vermogen en overwaarde eigen huis.”
Ook neemt het aantal witte vlekken, werknemers zonder pensioen, en grijze vlekken, werknemers met een ’slecht’ pensioen, niet af maar eerder toe, aldus Gommer in de Telegraaf. De reikwijdte van de verplichtstelling wordt ook eerder minder dan meer, omdat er steeds meer nieuwerwetse bedrijven komen die niet onder een verplichtstelling vallen.
Keuzevrijheid en maatwerk
Twee belangrijke uitgangspunten van de Wet toekomst pensioenen zijn, een toereikend pensioen voor alle werkenden en meer keuzevrijheid en maatwerk. Gommer: Als je dit nu weet, dan is een algehele pensioenplicht toch dé oplossing?! Gommer belicht in de Telegraaf wat een minimale en een maximale pensioenplicht inhoudt en constateert: Als je dan de pensioenplicht gepaard laat gaan met meer vrijheden om zowel voor als na pensioendatum meer met je pensioengeld te doen, wie is dan tegen? “Als dan ook nog bijvoorbeeld de helft van jouw eigen pensioenkapitaal vererft, dan is dat ook geen argument meer.”
Sparen naar eigen inzicht
Dit past volgens Gommer allemaal bij de moderne arbeidsmaatschappij, waarbij ’met pensioen gaan’ niet meer een doel is in het leven. “Sparen daarentegen voor iets of later, is altijd goed. Niet te veel en niet te weinig. Vooral dus ook naar eigen inzicht.”