Tussen meer en genoeg

Er gaan stemmen op om ook in de zorg minder nadruk te leggen op het wegnemen van beperkingen, en meer op het realiseren van kwaliteit van leven met de kaarten zoals ze geschud zijn. Dat schrijft Matthijs Versteegh (gespecialiseerd in economische evaluaties van zorg) in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde,

Het ideaal om gezond te kunnen zijn ondanks aantoonbaar fysieke of mentale beperkingen is “een waardevolle insteek wanneer gezondheidsproblemen niet of moeilijk behandelbaar zijn. En mogelijk helpt zo’n visie artsen en patiënten om vaker te kiezen voor niet behandelen rond het levenseinde.”

Spanning

Anderzijds, voegt Versteeg hier aan toe in het NTvG, als vroeger niemand had gestreefd naar het wegnemen van ziekte en beperking was een blindedarmontsteking nu nog een dodelijke aandoening. “Zo bezien is de zorg een prachtige plek voor onderzoek naar de spanning tussen ‘streven naar verbetering’ en ‘accepteren van het leven zoals het is’.”

Ingewikkeld punt

Bij economische evaluatie van zorg is volgens Versteegh het vermogen tot adaptatie aan beperkende omstandigheden een ingewikkeld punt. “Een patiënt die voor de buitenstaander slecht af is, kan het leven toch een 9 geven. Door behandeling kan dit hooguit een 10 worden. De kans is dan groot dat de ‘kosten per verbetering’ hoog zijn – de verbetering is immers maar klein. Een behandeling is dan niet kosteneffectief. “

Is dat zo erg

Veel gezondheidseconomen zijn dan ook bang dat er geen geld meer naar nieuwe behandelingen gaat als we kwaliteit van leven laten vaststellen door patiënten die ‘geadapteerd’ zijn. Versteegh vraagt zich in het NTvG af of dat zo erg zou zijn. “Er blijft dan immers meer schaars geld over voor aandoeningen waaraan patiënten minder makkelijker adapteren.”