‘Slapend’ sterven in opmars

Bij ruim een kwart van alle overlijdens in 2022 kreeg de patiënt thuis palliatieve sedatie. Nooit eerder was dit zo veel, aldus Trouw. Door palliatieve sedatie sterft de patiënt ‘slapend’. Artsen verzachten zo het lijden op het sterfbed.

In 2010 ging het om 11 procent van de overlijdens, in 2019 om 23,5 procent. Uit cijfers die Trouw opvroeg bij de Stichting Farmaceutische Kengetallen blijkt dat die groei doorzet: vorig jaar kregen 44.000 mensen palliatieve sedatie thuis (26 procent van alle overlijdens). De groep die slapend sterft is in werkelijkheid nog groter, omdat patiënten die in het ziekenhuis of verpleeghuis palliatieve sedatie kregen, in dit cijfer niet zijn meegeteld.

Angst voor de dood

Palliatieve sedatie is bedoeld om het lijden te verlichten, en mag niet gebruikt worden om het leven te bekorten. Zorgprofessionals ervaren steeds meer druk om er mee te starten, zo bleek uit onderzoek van ZonMw. “In de afgelopen jaren zijn zorgverleners bekender geraakt met palliatieve sedatie en bewuster gaan kijken naar het lijden bij hun patiënten op meer dan alleen het lichamelijke vlak”, zegt Manon Boddaert, arts palliatieve geneeskunde. Tegenwoordig passen artsen ook palliatieve sedatie toe wanneer er sprake is van oncontroleerbare angst voor de dood, of van het ervaren van ondraaglijke zinloosheid of leegheid van het leven, legt Boddaert in Trouw uit.

‘Sedatie mag geen sluiproute zijn’

Als de toename komt doordat er meer aandacht is voor verlichting van het lijden, is dat een goede zaak, vindt Fransien van ter Beek, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. Maar zij vreest dat palliatieve sedatie ook een ‘sluiproute is voor euthanasie’. Euthanasie is aan meer regels en controle gebonden. Van ter Beek vindt in Trouw dat die sluiproute patiënten tekort doet die eigenlijk liever euthanasie zouden willen.