Pleidooi proeftuin met zelfdodingsmiddelen
Een wetenschappelijk experiment waarbij minstens tienduizend vrijwilligers een zelfdodingsmiddel ter beschikking krijgen en tien jaar lang worden gevolgd. Is dat wenselijk en haalbaar of zijn er te veel ethische en juridische obstakels? Niet als het ligt aan Coöperatie Laatste Wil (CLW), schrijft de Volkskrant.
Met een ‘wetenschappelijke proeftuin’ zegt CLW het levenseinde in eigen regie uit het schimmige circuit te willen halen. Volgens het plan worden minimaal tienduizend mensen van 55 jaar en ouder na hun aanmelding getoetst op de vraag of er sprake is van een vrijwillige en weloverwogen keuze.
Geeft het rust?
‘We willen laten zien dat het mogelijk is om mensen de vrijheid te geven om zelf te bepalen wanneer hun leven voltooid is’, zegt Bert Homan, bestuurslid van CLW, in de Volkskrant. ‘We merken al jaren dat hier grote behoefte aan is. We willen graag onderzoeken wat het met mensen doet als ze tien jaar lang veilig en gecontroleerd kunnen beschikken over een laatstewilmiddel. Geeft het rust? Gebruiken ze het of niet? Wat drijft mensen?’
‘Gevaarlijk en macaber plan’
Zorgethicus Els van Wijngaarden, die universitair hoofddocent is aan Radboud UMC en jarenlang onderzoek deed naar het zelfgekozen levenseinde, is zeer kritisch. ‘Het is ondenkbaar dat dit langs de toetsing van een ethische commissie zou komen.’ Ze noemt het in de Volkskrant een ‘gevaarlijk en macaber plan’, dat ‘potentieel kwetsbare mensen en hun naasten grote schade aan kan doen’. ‘Ik krijg er echt kippenvel van.’
Groeiende steun zelfbeschikking
‘Ik denk dat het plan politiek onhaalbaar is, maar kan me goed voorstellen dat Laatste Wil nu hiermee komt’, zegt Bregje Onwuteaka-Philipsen, hoogleraar levenseindeonderzoek bij Amsterdam UMC, in de Volkskrant. ‘Het klopt dat de steun voor meer zelfbeschikking groeit. Sinds 2001 vragen we in ons onderzoek aan ouderen of ze zich kunnen voorstellen dat ze ooit zelf een zelfdodingsmiddel ter beschikking zullen hebben. In 2001 vond 31 procent van de ondervraagden dat voorstelbaar, in 2018 was dat al 43 procent.’