Zeventiger kan economie best handje helpen

Zeventigers kunnen de lokale economie best nog een handje helpen, zeggen Albert Roozendaal (70) uit Wognum en Dirk Lakeman (73) uit Nibbixwoud in het Noordhollands Dagblad. Samen vormen ze ‘de grijze brigade’ van poeliersbedrijf Van der Laan in Middenmeer.

“Op veel bedrijfsauto’s is te lezen dat men personeel zoekt. Ongetwijfeld zijn er leeftijdsgenoten die dergelijke vacatures kunnen opvullen. Bijkomend voordeel: het is een aardige aanvulling op de oudedagsvoorzieningen.” De heren mogen van hun baas hun eigen tempo bepalen, vertellen ze. “Ze zijn blij dat je rijdt. ‘Of je nou om 15, 16 of 17 uur terug bent, als het er maar komt. En denk om je eigen’, zegt mijn baas. Het moet niet te veel op werk gaan lijken.

Minder kritisch

UWV-arbeidsmarktadviseur Erik Stam deelt in het Noordhollansds Dagblad de mening van Roozendaal en Lakeman dat zeventigers een rol kunnen spelen bij het oplossen van de krapte op de arbeidsmarkt. “We zien al dat werkgevers iets minder kritisch kijken naar het aannemen van mensen die wat ouder zijn.”

Vaker ziek? Klopt niet

Welke banen zich zoal lenen voor zeventigers, is volgens Stam erg afhankelijk van de persoon zelf. “Chauffeurswerk of werken in de techniek, dat is fysiek best zwaar. Iemand moet dat wel aankunnen. Kies je voor een administratieve baan, dan heb je die lichamelijke belasting niet.” Stam rekent af met een vooroordeel over werkende ouderen: ze zouden vaker ziek zijn. “Dat klopt niet. Wat we wél zien is dat als ze uitvallen, het vaak langer duurt voordat ze terug zijn.”

Werk houdt je actiever en fitter

Hans-Peter Baars, voorzitter van de Westfriese Bedrijvengroep en zelf ook met pensioen, ondersteunt het aannemen van oudere werknemers van harte en in meerdere opzichten, aldus het Noordhollands Dagblad. “Enerzijds zijn bedrijven daarmee geholpen, anderzijds houdt het ouderen actiever en fitter. Zorgkosten gaan omlaag en ze hebben een zinvolle dagbesteding, ze doen ertoe! En het hoeft geen veertig uur per week te zijn. Er moet ook tijd zijn voor de kleinkinderen.”