Weinig twijfel aan informatie van social media

Mensen twijfelen weliswaar steeds vaker over de betrouwbaarheid van informatie op social media, blijkt uit de cijfers van het CBS, maar 65-plussers doen dat stukken minder vaak dan 65-minners. Van de jongvolwassenen gaf zo’n 74 procent aan soms vraagtekens te plaatsen bij informatie op social media, onder 65-plussers was dat 34,8 procent.

Jongeren en ouderen wegen online informatie heel verschillend, zegt universitair hoofddocent politieke communicatie en journalistiek Michael Hameleers in Trouw.. “De oudere doelgroep is opgegroeid met het idee dat er een objectieve waarheid bestaat, dat de meeste bronnen legitiem zijn”, zegt Hameleers, die aan de Universiteit van Amsterdam onderzoek doet naar desinformatie. “Dat is positief bij bepaalde bronnen, maar het betekent ook dat ze zich sneller laten beïnvloeden door desinformatie.”

Socialmediawijsheid bijbrengen

Er zijn nog niet veel initiatieven om ouderen socialmediawijsheid bij te brengen, aldus Hameleers in Trouw. “Daar ligt wel een kans, omdat zij nog veel lineaire media volgen. Je kunt ze dus goed bereiken met factchecks en boodschappen over mediawijsheid, en daar staan ze ook voor open.”

Niet doorslaan naar cynisme

Daarbij is het wel belangrijk om mensen niet alleen kritischer te maken op bedreigingen, benadrukt Hameleers in Trouw.. Bij jongeren, die informatie eerder wantrouwen, zorgt dat er namelijk juist ook weer voor dat ze gevestigde media niet meer vertrouwen. “Gezonde kritiek is goed, maar het moet niet doorslaan naar cynisme. Het grootste deel van de informatie is géén desinformatie. We moeten dus ook het vertrouwen versterken in informatie die wel legitiem is.”

Aan vaardigheden blijven werken

SeniorWeb, dat voorziet in cursussen en voorlichting over digitale vaardigheden, wordt volgens Trouw in ieder geval ‘enorm vertrouwd’ en ook goed gevonden door ouderen. Zo’n 200.000 mensen krijgen hun wekelijkse nieuwsbrief. “Het is belangrijk dat mensen wel aan hun digitale vaardigheden blijven werken. Daardoor blijven ze onafhankelijk, hebben ze vaak meer sociale contacten en houden ze bijvoorbeeld controle over hun eigen financiën.”