Steeds mis bij ouderenpartijen
Waarom gaat het steeds mis bij ouderenpartijen? Een van de oorzaken is het beperkte thema waar de partij zich op richt, zegt politicoloog Gerrit Voerman (Rijksuniversiteit Groningen) in NRC. „Het zijn vaak mensen uit allerlei andere partijen. Ze zijn het misschien eens over ouderen, maar niet over andere onderwerpen als migratie en klimaat.”
Nieuwe partijen lopen sowieso meer risico, zegt Voerman in NRC, „omdat ze problemen hebben met het vinden van de juiste mensen. Een deel is idealistisch maar vaak amateuristisch, een ander deel bestaat uit baantjesjagers. Dat leidt tot een botsing van ego’s”. Daarnaast straalt het electorale succes meestal af op „de oude garde, mensen van het eerste uur. Die kunnen vaak moeilijk afstand nemen en de controle uit handen geven”. Traditionele partijen hebben een netwerk van mensen die al langer in de partij gekend zijn, zegt Voerman, en een betere scouting.
Groot potentieel
In deze tijd van vergrijzing, ruim zeven miljoen Nederlanders zijn vijftig jaar en ouder, lijkt het potentieel voor ouderenpartijen groot. Toch kiezen de meeste ouderen voor „brede partijen met een lange traditie in de politiek: CDA, PvdA en VVD”, zo schreef hoogleraar en onderzoeker van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut Harry van Dalen in het tijdschrift Geron, aldus NRC. Als ze een ‘protestpartij’ kiezen, gaan ze eerder voor de PVV dan voor 50Plus. De rol van protestpartij die 50Plus op zich heeft genomen, die vooral in het verleden tot uiting kwam als de AOW en het pensioenstelsel in het geding waren, heeft niet meer de aantrekkingskracht die de partij bij haar oprichting nog had.”