Schuldbewuste kritiek op eigen generatie

In een fraaie proeve van ‘speculatieve sociologie’ fileert Herman Vuijsje de onwil van de protestgeneratie om de gekoesterde vrijheid te verdedigen in militaire dienst.

Zo vaak komt het helaas niet voor, dat babyboomers zichzelf de maat nemen, schrijft Sander van Walsum in een recensie in de Volkskrant. “En dat is jammer, want veel – zo niet de meeste – problemen die wij nu het hoofd moeten bieden, zijn ontstaan in de tijd waarin zij het voor het zeggen hadden. Een aansporing tot bescheidenheid gaat daar echter niet van uit. Integendeel: de protestgeneratie wenst zichzelf onverkort als idealistisch, dus deugdzaam, te kwalificeren. En ze lijkt bij uitstek ontvankelijk voor de gedachte dat vroeger alles beter was.”

Geloofsartikelen van een generatie

Als deze zelfgenoegzaamheid inderdaad de regel zou zijn bij babyboomers (je moet met dit soort generalisaties natuurlijk altijd oppassen), schrijft Van Walsum in de Volkskrant, vormt socioloog en journalist Herman Vuijsje (1946) er een weldadige uitzondering op. Graag plaatst hij kanttekeningen bij de geloofsartikelen van zijn generatie. Daarbij ontziet hij zichzelf allerminst. Oprechte, schuldbewuste zelfkritiek is zelfs het uitgangspunt van zijn recentelijk verschenen boek Wij waren geen soldaat – over de vanzelfsprekendheid waarmee hij en veel van zijn generatiegenoten zich in de jaren zestig en zeventig hebben onttrokken aan de militaire dienstplicht.

Verwondering of gêne

De  ‘speculatieve sociologie’ van Herman Vuisje voert volgens de recensie in de Volkskrant diens lezers langs talrijke ongerijmdheden, eyeopeners en uithoeken van het collectief geheugen. “Afhankelijk van hun leeftijd zal verwondering of gêne bij hen opkomen. Of ergernis, want niet alle ouderen worden graag van hun gelijk of van een glorieus verleden beroofd.”