Kwaliteitskompas ouderenzorg
Binnenkort presenteert projectleider Lea Bouwmeester in opdracht van Zorginstituut Nederland een ‘kwaliteitskompas’ voor de ouderenzorg. Hoogleraar Tineke Abma hoopt op aandacht voor de driehoek cliënt, professionele en informele zorgverlener, zegt zij in Zorgvisie.
Vorm van zelfregulering
‘Het is een vorm van zelfregulering’, denkt Tineke Abma, bestuurder van Leyden Academy on Vitality and Ageing en bijzonder hoogleraar Ouderenparticipatie bij het LUMC. ‘Het kompas is meer een denkrichting, of een richtsnoer, zodat zorgaanbieders weten wat het veld globaal verwacht van kwaliteit. Dat geeft zorgaanbieders ruimte om zelf invulling te geven aan gepaste zorg.’
Mantelzorger en professional
Hoewel Abma niet direct heeft meegewerkt aan het kompas zelf hoopt ze dat de samenwerking tussen zorgverleners en mantelzorgers een belangrijk punt zal worden. Het inzicht dat zorg moet aansluiten bij waar mensen ontvankelijk voor zijn, is volgens Abma de afgelopen tijd breed gedeeld. De uitdaging voor de komende jaren is hoe mantelzorgers kunnen samenwerken met professionele zorgverleners.
Samenwerking moeizaam
Abma zegt in Zorgvisie: ‘We verwachten steeds meer van de informele zorg en tegelijkertijd zijn er steeds minder professionele zorgverleners in relatie tot de toename van het aantal ouderen die zorg nodig heeft. De samenwerking verloopt nu vaak nog moeizaam. Zorgverleners zijn opgeleid met het idee dat de cliënt centraal staat en dat de zorgverlener zich richt op de zorg voor de cliënt, maar daar staan familie en naasten omheen.”
Andere manier van denken
De zorg afstemmen met de familie vraagt een andere manier van denken, zegt de Leidse hoogleraar tegen Zorgvisie. ‘Familieleden hebben soms andere ideeën over wat goede zorg is voor vader of moeder dan de zorgprofessional. De vraag wat goede zorg is, blijft nu vaak onbesproken tussen de oudere zelf, de professionele en informele zorgverleners. Veel organisaties zijn druk om deze samenwerking beter vorm te geven.’