Geen speciale bescherming in verkeer

Wordt een kind jonger dan 14 jaar door een automobilist aangereden, dan is die automobilist in beginsel voor 100 procent aansprakelijk. Zou je zo’n beschermende positie ook moeten toekennen aan ouderen?

De Hoge Raad voelt hier niets voor, schrijft dagblad Tubantia naar aanleiding van de zaak rond een 67-jarige vrouw die op een voetgangersoversteekplaats werd aangereden.

De Hoge Raad noemde vijf redenen:

1. De wet biedt voor volwassenen geen aanknopingspunt voor een vaste leeftijdgrens.

2. Bejaarde verkeersdeelnemers vormen qua relevante eigenschappen aanzienlijk minder een eenheid dan kind

3. Bejaarden zijn voor andere verkeersdeelnemers in de regel op enige afstand nauwelijks als zodanig herkenbaar.

4. De bejaarden vormen een dermate heterogene en moeilijk te omlijnen bevolkingsgroep, dat de Hoge Raad voor hen als groep geen bijzondere regel wenst op te stellen. Een abstractie zoals bij kinderen wordt gehanteerd acht de Raad hier niet op zijn plaats.

5. Er zijn ‘sterke’ en ‘zwakke’ bejaarden. Het enkele feit dat de aangereden persoon een bepaalde leeftijd heeft bereikt maakt hem niet verhoogd kwetsbaar of beschermingswaardig.

Dit standpunt sluit volgens Tubantia niet uit dat volgens de Hoge Raad  in een bepaald geval kan worden gezegd dat gezien de bijzondere omstandigheden van deze individuele bejaarde hij/zij wel degelijk een verhoogde bescherming verdient. Maar een algemene vastomlijnde wettelijke regel kun je daar niet van maken.