Solidariteit tussen generaties stimuleren

Een op de drie kiesgerechtigden is zestigplusser, slechts 7 procent van de Tweede Kamerleden is dat ook.

Deze disbalans is niet goed voor het geheugen van de samenleving, noch voor de solidariteit tussen generaties, stelt emeritus hoogleraar sociale demografie Jan Latten vast. Hij pleit in EW voor minder dertigers en veertigers in de Kamer, en meer zestigers en zeventigers.

Profiterende boomers

“Generaties zouden er voor elkaar moeten zijn, maar het tegendeel is soms het geval. Zeker als oudere generaties louter worden afgeschilderd als boomers die hebben geprofiteerd van allerlei voordelen ten nadele van jongere generaties. Eerst als koper van een huis voor een indertijd veel lagere prijs dan de actuele waarde, nu als degenen die te lang grote gezinshuizen bezet houden en de pensioenpot legen.”

Krimpende koopkracht

Inderdaad is er weinig officiële armoede onder ouderen, schrijft Latten in EW, maar dat komt doordat de officiële definities het armoedecriterium net onder het niveau van een AOW-uitkering stellen. “Aanvullende pensioenen zijn echter al jaren niet geïndexeerd, waardoor de koopkracht van ouderen krimpt. Wie geen aanvullend pensioen heeft, moet na een leven lang werken op een houtje bijten. En ja, er zijn ook ouderen die het goed hebben. Maar hoe is de verhouding nu echt?”

Opvallende scores

Latten berekent bij EW dat ruim een half miljoen jonge ouderen (65 tot 75 jaar) aan de onderkant van de Brede Welvaart-thermometer zitten. Aan de bovenkant van de thermometer scoren ook nog eens opvallend weinig ouderen. “Waarom horen we dan best weinig over verbetering van kwaliteit van leven voor deze leeftijdsgroep?”