Naar optimale zorg aan einde van het leven
“Als we de dood negeren doen we het leven tekort.” Dat is het credo dat Christiaan Rhodius, arts palliatieve geneeskunde in hospice Bardo in Hoofddorp, heeft gehaald uit gesprekken met vele bewoners.
Bij “palliatief” denken mensen aan de laatste weken voor het sterven, zegt Rhodius in het FD. “Terwijl het gaat om het mogelijk maken van het leven, wat soms nog wel een jaar kan duren, tot het einde daar is. Dat klinkt heel anders. Als je dat helder hebt, begrijp je ook dat niet het ziekenhuis het centrum van de behandeling is, maar daar waar de patiënt verblijft, thuis. Daar moet het leven mogelijk worden gemaakt.”
Brandjes blussen
‘Dat we geen optimale zorg krijgen aan het einde van ons leven, draagt bij aan het huidige zorginfarct, zegt Rhodius in de laatste aflevering van de FD-serie over het zorginfarct. “Als we niet aan palliatieve zorg durven denken en het woord “dood” niet in de mond durven nemen, blijven mensen medische behandelingen accepteren, naar de eerste hulp komen of aankloppen bij de huisarts om brandjes te blussen. Dat belast de zorg onnodig.”
De dood in de bek durven kijken
Rhodius vertelt in het FD hoe hij een keer onderwijs gaf, een livegesprek met een patiënt in het bijzijn van studenten. De man had afgezien van verdere chemo. Hij zei: “Ik denk dat mensen mij laf vinden omdat ik niet alles doe wat kan.” Rhodius: Zie hier de cruciale denkfout die we maken: dat je met chemo de kist in moet of aan de tube moet overlijden. Terwijl die man de dood in de bek durfde te kijken. Chapeau. We staan heel erg in de modus: we moeten vechten tegen de dood. Nee, we moeten vechten voor een goede dood. Wat dat is, is aan een ieder.”