Niet altijd tot het bittere eind knokken
Longarts Sander de Hosson houdt niet van kreten als ‘vechten tegen de dood’. Hij zet als longarts in op kwaliteit van leven, juist in die laatste levensfase. Het kan hem niet vaak genoeg over palliatieve zorg gaan.
Geregeld treft hij patiënten aan waarbij hij niet weet wat ze zelf willen, vertelt hij in Trouw. “Onlangs nog zag ik een oudere man met uitgezaaide longkanker in mijn spreekkamer. Naast hem twee dochters op het puntje van hun stoel, die roepen dat hun vader echt keihard gaat vechten tegen de kanker. Terwijl ik een doodzieke man voor me zie die achteroverleunt, geen enkele vraag stelt, maar weet dat hij doodgaat. Hij wil waarschijnlijk helemaal niet die super-innovatieve immunotherapie. Ik zou hem het liefst alleen willen spreken en vragen wat hij nu echt wil. Je hoeft niet altijd tot het bittere eind te knokken.”
Pallitatieve zorg nu ook KWF-pijler
Het beeld van vechten en strijden tegen kanker verandert gelukkig zoetjesaan, zegt longarts De Hosson in Trouw. “Kijk maar naar de pijlers van het kankerfonds KWF, die dat soort retoriek heeft aangepast en palliatieve zorg tot een van de vier pijlers heeft gemaakt. Woorden als verliezen en strijden komen niet meer voor op hun site. Dat vind ik een goede ontwikkeling.”
Het stukje vóór de dood
“Kijk, de dood is een gegeven, maar laten we het vooral hebben over dat stukje ervoor. Pak elkaar als familie stevig vast, neem de tijd om terug te blikken, creëer ruimte om afscheid te nemen. Dat helpt niet alleen de stervende, maar ook de nabestaanden in hun rouwproces. Dat gesprek is moeilijk, maar levert zoveel op aan kwaliteit. Daar strijd ik voor.”