Pensioen wil je altijd kunnen vergelijken

Per 1 januari stappen 24 pensioenfondsen met miljarden aan pensioengeld over op het nieuwe pensioenstelsel.  De communicatie verloopt nog verre van vlekkeloos, constateert onder andere de AFM, schrijft NRC.

Achterom kijken is bij een overgang best logisch, weet Lisa Brüggen, bijzonder hoogleraar pensioencommunicatie aan Tilburg University en directeur van denktank Netspar. “Mensen vergelijken hun pensioen altijd. Of dat nu is met het pensioen van anderen, of met wat ze hadden verwacht dat ze zouden krijgen”, zegt ze in NRC. De verplichte ‘evenwichtige communicatie’ is volgens haar best een balanceeract. “Het grote gevaar is als je te duidelijk bent over de negatieve gevolgen, dat mensen kunnen denken: blijft er iets over als ik met pensioen ga? Je wilt dat mensen snappen dat het allebei de kanten op kan, maar dat ze zich ook realiseren dat het pensioen er straks wel nog is.” Pensioenspecialist en advocaat Hans van Meerten is sceptischer: “Wat onduidelijk is, kun je ook niet goed communiceren. Tenzij de zaken mooier voorgespiegeld worden dan ze zijn”, schrijft hij in zijn boek Ons Pensioen Ons Geld.

Pensioenfonds geeft geen inzicht

Ondanks pogingen tot een duidelijke communicatie van fondsen ontstaat hoe dan ook nogal eens onduidelijkheid. Dan blijven deelnemers in een fonds met vragen zitten waar ze maar moeilijk antwoorden op krijgen. NRC beschrijft de ervaringen van een 60-jarige financieel medewerker. Toen hij in november een lange brief van zijn pensioenfonds uit de zuivelsector ontving, met tal van bedragen bij verschillende scenario’s, zag hij tot zijn verbazing dat de uitkering op zijn pensioenleeftijd naar verwachting lager ligt dan in het huidige stelsel. Dat terwijl zijn fonds er prima voorstaat. De verrekening van het partnerpensioen, samen met onder meer de verdeling van de buffers, is vermoedelijk de reden dat zijn pensioen lager uitvalt. Maar het fonds geeft geen inzicht in die onderliggende cijfers. Hij heeft op dit moment geen partner en als hij met pensioen gaat, weet hij niet of hij wel van het partnerpensioen gebruik wil maken.

Verkeerde conclusies

“Nu moet ik appels met peren vergelijken en ik wil graag appels met appels vergelijken.” Er kwam een weinig bevredigend, algemeen antwoord. Pas als de nieuwe regeling een feit is, kan het fonds zo’n berekening delen. Het grote aantal verschillende scenariobedragen in een brief, waarvan onduidelijk is hoe ze zich tot elkaar verhouden, zorgt er voor dat mensen “de verkeerde conclusie trekken. Of ze leggen zo’n brief terzijde.”

Grote lakmoesproef

De pensioensector telt deze dagen af naar de eerste grote lakmoesproef van de jarenlang voorbereide pensioenhervorming, aldus de Volkskrant. Nadat al een zestal kleine tot middelgrote pensioenfondsen afgelopen jaar waren overgegaan op het nieuwe stelsel, volgen op de eerste dag van 2026 naar verwachting 24 fondsen. Bij die fondsen zitten enkele van de allergrootste, zoals het zorgfonds PFZW (3 miljoen deelnemers), het pensioenfonds voor metaal en techniek PMT (ruim 1,2 miljoen deelnemers) en het bouwfonds Bpfbouw (750 duizend deelnemers). In totaal hebben de fondsen die overgaan 9,5 miljoen pensioenen in beheer, verdeeld over zo’n 5 miljoen deelnemers. Die zijn goed voor 500 miljard euro, een derde van al het pensioengeld in Nederland.

Rechtszaak met uiterst wankele claim

Afgelopen week werd volgens de Volkskrant eens te meer duidelijk dat de verdeling uiterst gevoelig ligt. Zo begint Stichting PensioenVoldoen een rechtszaak tegen zorgfonds PFZW. De stichting vindt de wijze waarop het fonds het geld verdeelt oneerlijk: gepensioneerden zouden eerst moeten worden gecompenseerd voor misgelopen pensioenverhogingen van de afgelopen jaren. Hoewel die claim door juristen als uiterst wankel wordt beschouwd, kunnen zulke zaken wel tot onrust leiden in de sector.

Optimisme en uitdagingen

Dat het verder meevalt met de onrust, is deels te danken aan de financiële markten, die zich afgelopen jaar herstelden van een flinke duikeling. ‘Het ziet er allemaal heel florissant uit’, aldus een woordvoerder van de Pensioenfederatie in de Volkskrant.. Hoe hoog de compensatie of verhoging is, verschilt sterk per fonds, maar over het algemeen zijn de berichten gunstig. Het optimisme neemt niet weg dat er uitdagingen blijven. Eigenlijk waren meer dan de 24 pensioenfondsen die nu overgaan van plan dat te doen. Maar afgelopen jaar concludeerden die fondsen dat de tijd daar nog niet rijp voor is, bijvoorbeeld omdat nieuwe ICT-systemen nog niet gereed zijn voor de overgang.