Wanneer mag het eigen leven voorbij zijn?
Veel mensen willen zelf kunnen bepalen wanneer hun leven ten einde is, maar sinds de euthanasiewet uit 2002 wordt er in de politiek te weinig over dit onderwerp gesproken, vinden belangenorganisaties volgens NRC..
De meeste Nederlanders willen zelf bepalen hoe hun eigen sterven zal gaan. Zij willen meer zeggenschap over het levenseinde dan ze nu hebben, bewijzen verschillende peilingen en onderzoeken van de laatste jaren. Maar uit de recente partijprogramma’s en tijdens de verkiezingscampagne blijkt dat het voor de politiek nu geen prioriteit heeft om mensen te helpen bij deze breedgedragen wens. Dat vinden volgens NRC organisaties die zich bekommeren om zelfbeschikking rondom de dood, zoals de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE, 177.000 leden), Coöperatie Laatste Wil (CLW, 30.000 leden) en stichting Levenseinderegie. De meeste politieke partijen hebben tijdens de campagne en in hun nieuwste partijprogramma’s weinig aandacht voor het zelfgekozen levenseinde, constateren zij. “De politiek is buitengewoon passief op dit vlak”, zegt Wim van Dijk, voorzitter van stichting Levenseinderegie en nauw betrokken bij CLW, in NRC.
Taak voor politici
Sinds 2002 bestaat in Nederland de euthanasiewet, waardoor artsen een patiënt mogen helpen bij het sterven – maar alleen als die volgens de arts uitzichtloos en ondraaglijk lijdt en als daar een medische grondslag voor is. Voor (oude) mensen die zijn uitgeleefd en een doodswens hebben, is niets georganiseerd. Daar is wel behoefte aan en daar ligt dus een taak voor politici, vindt ook Fransien van ter Beek, bestuursvoorzitter van de NVVE. Zij zegt in NRC: “Er vallen nog altijd mensen tussen wal en schip. Dat zijn mensen die lijden aan het leven en niet aan een medische ziekte. Voor hen is er niets geregeld.” Bij de NVVE spreken ze volgens Van ter Beek dagelijks mensen die vinden dat de dood hen is ‘vergeten’. Zij vinden dat er meer zelfbeschikking moet zijn rondom de dood. Maar de politiek bungelt achter de werkelijkheid aan.’