Zorgzame buurten zijn goud waard

Burgerinitiatieven zijn goud waard voor de samenleving. Zij kunnen een hoop zorgvragen ondervangen of zelfs wegnemen. Financiering is alleen een heikel punt en zorgorganisaties dreigen over vrijwilligers heen te walsen, aldus een reportage van het FD, dat ging kijken in Vreeswijk, Eijsden en Zaltbommel..‘Het geld gaat naar de zorg en de burgers hebben het nakijken.’

De burgerinitiatieven organiseren zich steeds beter, signaleert Frans van Zoest in het FD. Maar formele zorgorganisaties hebben nog wel ‘hulp nodig om goed aan te sluiten’, zegt de innovatie-expert van kennisorganisatie Vilans. ‘De zorg weet de kracht van de samenleving nog niet goed te benutten.’

Wat is nodig en wat vooral niet

Vilans liep een jaar lang mee met vijf zorgzame buurten om ze beter te begrijpen: hoe ze werken, en wat ze nodig hebben en wat vooral niet. Dat resulteerde in een ‘handreiking’ die moet helpen voorkomen dat zorgorganisaties en financiers zorgzame buurten negeren, in de wielen rijden of over ze heen walsen.

Er zijn voor vrijwilligers wel grenzen

Om maar een les te noemen, schrijft het FD: er zijn grenzen aan wat vrijwilligers kunnen en willen. Ingewikkelde zorgvragen, het wassen van mensen, dat zijn zaken die bij professionele organisaties thuishoren. Burgerinitiatieven zijn er níet om de problemen van de zorg op te lossen.

Klein bedrag, groot verschil

Een in de ogen van financiers klein bedrag kan voor zorgzame buurten een groot verschil maken. Besturen spelen een sleutelrol, ziet Vilans-bestuurder Mirella Minkman volgens het FD. Zij praten met zowel de achterban van vrijwilligers, hun professionele medewerkers en de zogenoemde systeemwereld. Vrijwilligers moet je niet lastigvallen met bureaucratie en officiële taal. Het kan wél helpen als een vertegenwoordiger van de gemeente of de zorg goed de weg weet in een burgerinitiatief.