Val in huis, burgerhulpverleners helpen overeind
Gevallen ouderen worden vaak weer overeind geholpen door ambulancepersoneel, terwijl er geen medische zorg nodig is. Burgerhulpverlening moet voorkomen dat ouderen onnodig lang op de grond liggen, en tegelijkertijd deze dure inzet van zorgpersoneel verminderen. Volgend jaar gaat de pilot van start, meldt de Volkskrant.
Een oudere valt in huis, kan niet meer overeind komen, belt 112, vertelt dat ze verder niet zoveel mankeert en ligt vervolgens anderhalf uur op de koude vloer op de ambulancemedewerker te wachten. Ritjes met meer spoed gaan immers voor. Een nieuwe stichting van burgerhulpverleners moet volgens de Volkskrant een einde maken aan deze vorm van lijden onder ouderen, en tegelijkertijd de dure en tijdrovende inzet van ambulancepersoneel voor niet-medische handelingen terugdringen. Bijkomend voordeel: minder eenzaamheid onder ouderen.
Buren veel sneller ter plekke
De Stichting Burgerhulpverlening is een initiatief van huisarts Bernard Leenstra. Bij een ambulancedienst in Midden-Nederland vroeg hij cijfers op: hoe vaak rukten zij uit voor een gevallen oudere zonder medische hulp te verlenen? Extrapoleer je die cijfers voor heel Nederland, dan kom je op – ruwe schatting – twintigduizend ritjes per jaar. Leenstra in de Volkskrant: ‘Terwijl dit soort zorgtaken natuurlijk ook prima door buren gedaan kan worden. Die zijn bovendien veel sneller ter plekke.’
Altijd twee burgerhulpverleners
Het idee is als volgt: als de meldkamer van de ambulance of de huisarts uit de informatie van de gevallene heeft geconcludeerd dat er geen medische hulp nodig is, worden de vrijwillige burgerhulpverleners ingeschakeld. Zij krijgen een bericht op hun telefoon met de vraag of ze willen helpen. Als ze dit bevestigen, krijgen ze horen waar ze moeten zijn en hoe ze binnen moeten komen (de locatie van een verstopte sleutel, de code van een sleutelkastje). Voor de veiligheid moeten altijd twee burgerhulpverleners bevestigen, anders gaat de melding terug naar de ambulance.
Ouderen staan er voor open
De stichting lift sterk mee op het succes van HartslagNu, waarbij vrijwilligers in actie komen als er een reanimatie nodig is. Zij delen kennis en het softwaresysteem. Ouderen staan ook voor deze eenvoudigere vorm van hulp zeker open, zegt Leenstra in de Volkskrant op basis van onderzoek. Het takenpakket kan dan zelfs worden uitgebreid: een ritje naar de apotheek om medicijnen op te halen, de medicijnendispenser resetten, het herstarten van een zorgrobot.