Oppassen met de oppasoma en -opa

De tendens dat we met z’n allen langer door moeten werken, kan de oppasbereidheid van grootouders aantasten. Onderzoekers waarschuwen daar al langer voor, schrijft FD-columnist Jannie Benedictus.

De keuze om kinderen te krijgen wordt afgestemd op de pensionering van ouders, is de conclusie uit recent onderzoek. Pensionering biedt met name mannen een kans biedt om hun betrokkenheid bij de familie ‘in te halen’.

Een op de zes vindt het zwaar

Wat betekent het om het beroepsleven te verlengen en tegelijk op ouderen te leunen voor de zorg voor kleinkinderen? Benedictus belicht in het FD hoe uit onderzoek ook blijkt dat werkende grootouders een grotere belasting ervaren dan niet-werkende. En uit onderzoek van Een Vandaag (2023) blijkt dat een op de zes grootouders het oppassen zwaar vindt en een kwart er regelmatig tegen opziet. Die gevoelens delen ze niet met hun kinderen, meerdere mensen durven niet te zeggen dat ze willen minderen.

Terughoudend opstellen

Benedictus noemt in haar column in het FD als interessant punt ook: de combinatie oppassen en opvoeden: Online is een hoop irritatie te vinden over bemoeizuchtige opa’s en oma’s die weinig begrijpen van het hippe gentle parenting, waarbij de dwarse peuter iets te kiezen moet hebben. Nederlandse opvoedexperts zeggen dat de grootouder zich bij voorkeur terughoudend opstelt. Maar hoe terughoudend? In de archieven van etiquette-expert Beatrijs Ritsema stuitte de FD-columnist op de vraag van een oppasoma die een standje had gekregen van haar dochter. “Je bent geen werknemer hoor, snoof Ritsema. En zo is het maar net. Je eigen kinderen als baas tegen wie je je niet eens durft uit te spreken, dan zou ik liever nog even doorwerken.”