Met versobering AOW meer ouderen in armoede
In aanloop naar de verkiezingen laait de discussie over de AOW weer op. Door de vergrijzing lopen de kosten van het staatspensioen tot 2040 flink op, en de verleiding is groot om die te versoberen. Maar juist nu is het belangrijk dat politici die verleiding weerstaan, schrijft Trouw in een commentaar.
Er is de afgelopen vijftien jaar volgens Trouw flink gesneden in de oudedagsvoorziening. Het prepensioen en het partnerpensioen verdwenen, en de AOW-leeftijd steeg van 65 naar 67 jaar. Verder ingrijpen – de AOW-leeftijd versneld verhogen naar 70 jaar, de uitkering inkomensafhankelijk maken of erop korten – mag financieel logisch klinken, maar ondermijnt het vertrouwen.
Groeiende groep
Een soberdere uitkering raakt vooral ouderen die alleen op de AOW zijn aangewezen. Dat is twintig procent van de AOW’ers. En deze groep groeit, want de helft van de 1,3 miljoen zzp’ers bouwt geen extra pensioen op. Daarnaast wordt één op de vijf gepensioneerden al gekort op hun AOW omdat ze niet vijftig jaar in Nederland woonden. En deze groep stijgt nog door de immigratie. Versobering van de AOW betekent volgens Trouw dus meer ouderen in armoede.
Fundament
“Ons pensioenstelsel staat bovendien aan de vooravond van een grote en riskante operatie. Er moet 1800 miljard euro pensioenvermogen worden verdeeld over individuele potjes. Werkenden en gepensioneerden verkeren al in grote onzekerheid wat er met hun pensioenrechten gebeurt, en of het pensioen voldoende waardevast blijkt.” Hervormen is niet verkeerd, schrijft Trouw, maar de AOW is het fundament van het pensioenstelsel. “Wie het stelsel rigoureus gaat verbouwen, moet niet tegelijkertijd de fundering aantasten. Mensen hebben in tijden van grote verandering ook enige houvast nodig.”