Elk jaar minder doden door kanker
Een hoopgevende ontwikkeling,meldt het AD: elk jaar overleven bijna 1 procent meer kankerpatiënten hun ziekte dan het jaar ervoor. Gemiddeld gaat het om duizend extra overlevenden.
De overleving vier jaar na de diagnose is in dertig jaar tijd gestegen van 51 naar 72 procent. Jongeren hebben veel betere overlevingskansen dan ouderen. Die kloof bestaat al decennia, maar wordt ondanks alle medische vooruitgang nauwelijks kleiner, terwijl ongeveer twee derde van de kankerpatiënten ouder is dan 65 jaar.
Bij patiënten onder de 65 ligt de overleving gemiddeld 15 procent hoger dan bij ouderen, blijkt uit nieuwe cijfers van kankercentrum IKNL die vandaag verschijnen. Jongvolwassenen tussen de 18 en 44 jaar hebben de beste kansen met 89 procent overleving.
Meer onderzoek
Dat komt vooral doordat jongere mensen zwaardere behandelingen aankunnen, zegt Otto Visser, hoofd kankerregistraties bij IKNL. Bovendien zien ouderen vaker af van intensieve therapieën. Visser pleit in het AD voor meer onderzoek naar behandelingen specifiek voor ouderen. “Er wordt nu vooral onderzoek gedaan bij een jonge populatie.” Ook waarschuwt IKNL niet te snel af te zien van therapie vanwege leeftijd, maar per patiënt te beoordelen of iemand een behandeling aankan.
Zwaar en belastend
Op de vraag waarom oudere kankerpatiënten nog altijd veel slechtere overlevingskansen dan jongeren, ondanks alle medische vooruitgang, zegt oncologisch chirurg Ignace de Hingh van het Catharina Ziekenhuis in Eindhovenin het AD dat de behandelingen voor kanker zwaar en belastend kunnen zijn. “Bij een bepaalde leeftijd en conditie kun je niet meer van een patiënt verlangen dat die zo’n therapie ondergaat.”
Eigen keuze
Nieuwe behandelingen, zoals immuuntherapie bij darmkanker, zijn minder belastend en kunnen ook aan oudere patiënten worden aangeboden. Maar een behandeling voor bijvoorbeeld alvleesklierkanker – met chemotherapie, bestraling en een zware operatie – is voor ouderen vaak te belastend. Hierbij speelt volgens het AD mee dat medicijnen in veel gevallen op jonge patiënten worden getest en dat niet specifiek naar de beste behandeling voor ouderen wordt gekeken. Bovendien kiest een deel van de ouderen er zelf voor zich niet te laten behandelen.