Mantelzorgers willen meer dan een schouderklopje
Een op de tien mensen die zorgt voor een naaste, is overbelast. En er komt juist meer werk. Waardeer als overheid ook solidariteit, schrijft directeur Karen van Oudenhoven-van der Zee van het Sociaal en Cultureel Planbureau in Trouw.
Allereerst zouden politiek en beleid onderlinge solidariteit meer kunnen waarderen. Nu wordt vooral ingezet op betaald werk en inkomen. Heel concreet kan beleid informele zorg faciliteren door mensen niet te korten op de AOW of bijstand wanneer zij samenwonen met een familielid of boodschappen ontvangen van de buren.
Vertrouwen het uitgangspunt
Als de overheid mensen oproept om voor een naaste te zorgen, dan zou vertrouwen in mensen het uitgangspunt moeten zijn. Nu ligt het accent op het voorkomen van misbruik van overheidsfaciliteiten, zoals het persoonsgebonden budget. Uit eigen ervaring weet de SCP-directeur, schrijft zij in Trouw, hoe kwetsend het is als een medewerker van een zorgkantoor zegt: “Het lijkt wel of u uw man weg wilt doen. Het is niet de bedoeling dat u ook nog fulltime werkt.” Ook is het belangrijk om het aanvragen van mantelzorgondersteuning zo simpel mogelijk te maken, zodat het niet voelt als een hordeloop, waarbij het bijna lijkt alsof de overheid hoopt dat je de finish niet bereikt.
Wat verwacht de overheid
Om te voorkomen dat mantelzorgers omvallen is het daarnaast nodig dat de overheid bepaalt wat ze van mensen verwacht in relatie tot andere taken, zoals werk of de zorg voor kinderen. Zeker als de overheid aan mensen trekt om meer te gaan werken en er geen plaats is op de kinderopvang.
Inzet van buurt, werk en scholen
Kortom, schrijft Van Oudenhoven-van der Zee in Trouw, het is goed én belangrijk dat mantelzorgers jaarlijks een schouderklopje krijgen. Minstens even belangrijk is het dat burgers en overheid elkaar nog beter gaan helpen om deze belangrijke vorm van zorg vitaal te houden. Het vraagt inzet vanuit de buurt, op het werk en op scholen. En het vraagt om een integrale aanpak vanuit de overheid gebaseerd op een visie die uitgaat van het dagelijks leven van mantelzorger. Toverwoorden daarbij zijn erkenning, faciliteren wat nodig is en flexibiliteit.