Dementie is een martelgang

Geen leed zo hevig of we geven er een positieve twist aan. Maar waar moet het onderdrukte lijden heen als niets meer erg mag zijn, vraagt schrijver Bas van Putten zich af, die in een essay in NRC schrijft over zijn dementerende vader.

“In de lift van het verzorgingstehuis hangt een affiche met het activiteitenaanbod. Daar zit ook schilderen met een juf bij. Motto: in iedereen schuilt een kunstenaar.

Ik lach. Maar een week later tref ik mijn vader, sinds een halfjaar zorgbehoeftig, in de huiskamer tussen de andere patiënten voor een leeg vel papier aan. Ook in hem schuilt een kunstenaar. De arme ziel, die geen potlood meer kan vasthouden. Die gelezen en intens beleefde boeken is vergeten. Van wiens fantastische geheugen weinig over is. Die de klok niet meer kan lezen. Een ramp. Maar het mag niet waar zijn. Mijn vader gaat zijn kunstenaarschap ontdekken. Iedereen telt mee.”

Groot leed klein gemaakt

Optimisme is een plicht, zeggen verstandige mensen terecht, zo merkt Van Putten in NRC op. “Toch lijkt de positieve grondhouding een soort dwangmodel te zijn geworden. Het is niet meer de ouderwetse moed der wanhoop van de mens die zich door tegenslagen niet liet kisten. Het is verplicht geloof in de onkwetsbaarheid van het individu, de obsessieve neiging groot leed klein te maken.”

Uitzichtloze zwaarte

“Het glas moet altijd halfvol zijn, en de kracht om dat te fiksen is in jou. Jij maakt het verschil.” Van Putten ziet zijn vaders vriendin haar partner kwijtraken, ziet zich in de gesprekken met hem steeds hopelozer naar zijn wezen graven. “Dat verdriet is met geen pen te beschrijven. Wordt die uitzichtloze zwaarte nog geduld in een land vol mensen die vast tegen beter weten in willen geloven in de uitweg?

Ik wil dat niemand mijn vader zo ziet

Van Putten wil zijn vader daar niet zien zitten voor dat lege vel papier, schrijft hij in NRC. “Ik wil dat niemand hem zo ziet, dat niemand zijn vernedering ervaart. Dat is meer dan bevoogding, want ik zie iets in hem heel goed begrijpen wat hij kwijt is. Wanneer hij soms even vergeet zich groot te houden zie ik wanhoop.” “Het is een martelgang. Mijn arme vader. Een jaar geleden vatte hij moeiteloos Der Zauberberg van Thomas Mann samen, dat hij een halve eeuw geleden had gelezen.”