Als gezin omzien naar elkaar
Hoe wilt u oud worden? De overheid vraagt in de publiekscampagne ‘Praat vandaag over morgen’ serieus over deze vraag na te denken. In een serie in dagblad Trouw vertellen mensen die deze keuze al hebben gemaakt hun persoonlijke verhaal.
Zeker gezien de toenemende vergrijzing en het groeiende tekort aan zorgpersoneel, vindt Marja van der Tas (65, was inspecteur bejaardenhuizen, CDA-wethouder en burgemeester) de campagne ‘een zeer terechte zet’. Zij heeft met haar kinderen al besproken hoe ze later verzorgd zou willen worden, vertelt ze in Trouw. “Terecht dat de overheid oproept dit gesprek te voeren.”
Geen beschermde woonvorm
Haar eigen ervaringen hebben nu ertoe geleid dat Van der Tas met haar drie kinderen in gesprek is gegaan over hoe het moet als zij zelf niet meer voor zichzelf kan zorgen. “Ik hoop van harte dat ik nog lang gezond blijf en kan werken. Maar als de tijd komt dat het niet meer kan, wil ik graag naar mijn kinderen. Ik wil dus absoluut niet in een beschermde woonvorm, dat heb ik ze duidelijk gezegd.”
Geïndividualiseerd
Als ze andere mensen hierover vertelt , krijgt ze regelmatig de reactie dat mensen dit niet van hun kinderen willen vragen. Onzin, vindt Van der Tas in Trouw. “Er zijn culturen genoeg waar dit heel gewoon is. Juist door de bejaardentehuizen zijn wij daar een beetje van losgekomen, zijn we geïndividualiseerd. Maar ik vind dat je als gezin moet omzien naar elkaar. Eerst als ouders naar je kinderen en later als kinderen naar de ouders.”
Houd familieberaad
“Ik ben blij dat ik drie kinderen heb, die dat onderling ook een beetje kunnen verdelen. Voor anderen is de situatie natuurlijk anders. Maar ook dan geldt: houd een familieberaad en bespreek wat de beste oplossing zou kunnen zijn. Laat je als gezin niet overvallen, neem op tijd het heft in eigen hand.”
Zie het als mijn taak
Een dochter (33) zegt in Trouw: “Ja, mijn moeder heeft haar wensen met ons besproken. Ik ben de oudste en woon het meest in de buurt, dus ik zal zeker een rol spelen in de zorg voor haar, mocht dat nodig zijn. Ik zie het ook als mijn taak, mijn ouders hebben tenslotte ook voor mij gezorgd toen ik klein was.
Uitzonderingspositie
Marja van der Tas bevindt zich in een grote uitzonderingspositie, reageert Ella Veenstra-Monteban uit Leiden in Trouw: “Wat als je niet zo vermogend bent, je kinderen op grote afstand wonen, of als je helemaal geen kinderen hebt? Mijn ervaringen met instituties zijn helemaal niet zo slecht. In de meeste verpleeghuizen wordt liefdevolle zorg gegeven. Het kan ook voor familie en mantelzorgers een opluchting zijn dat de geliefde persoon in goede professionele handen is.
Hele rust
Ria den Braber uit Gouda stelt in een reactie in Trouw over de verzorgingshuizen: “Voor mij zou het een hele rust zijn als die tehuizen nog in bedrijf waren. Ik heb geen kinderen, en al heb ik voldoende financiën, ik zwem niet in het geld. Ik hoop dat een van de volgende stukken over ouder worden gaat over mensen die dat allemaal níét hebben.