Niet-opereren mega-ingewikkeld

Geef kwetsbare oudere patiënten de keuze en dan blijkt bij een gebroken heup – toch een levensgevaarlijke aandoening – vaak geen operatie te volgen, zo zien artsen van het St. Antonius Ziekenhuis volgensde Volkskrant. Sinds kort betrekken zij patiënten en hun familie actief bij de beslissing. ‘Als je vraagt: ‘Wat wilt u nog in het leven?’, staan bovenaan: geen pijn en bij mijn familie kunnen zijn.’

Gebroken heup levensgevaarlijk

In Nederland breken elk jaar 16 duizend mensen een heup. Bijna zonder uitzondering zijn dat ouderen die vallen. Ongeveer 500 van hen, onder wie mevrouw Blonk, komen terecht in het St. Antonius Ziekenhuis, met vestigingen in Utrecht en Nieuwegein. Detlef van der Velde is er traumachirurg en heeft zodoende al honderden ouderen op zijn operatietafel gehad. ‘Wat mensen nogal onderschatten’, zegt Van der Velde, ‘is dat een gebroken heup een levensgevaarlijke aandoening is.’

Palliatieve behandeling als alternatief

Uit een baanbrekend onderzoek, de zogeheten ‘frail hip study’, van het Eramus MC en het Amsterdam UMC bleek vorig jaar dat er voor de allerkwetsbaarsten wel degelijk een alternatief is, aldus de Volkskrant: palliatieve behandeling. Eens te meer werd duidelijk dat sommige patiënten een rustige laatste levensfase prefereren boven een ingrijpende operatie, waarbij de afloop onzeker is, en het nut betwistbaar, zeker wanneer de ingreep niet tot meer mobiliteit leidt, maar wel tot een verblijf in het ziekenhuis, meer medicijngebruik, en het risico op complicaties.

Meer onderzoeken rond overbehandeling

Naast het programma rondom de gebroken heupen, lopen er nog meer onderzoeken om overbehandeling bij kwetsbare ouderen tegen te gaan, zegt Sjoerd Repping, voorzitter van het programma Zorgevaluatie en Gepast Gebrui, in de Volkskrant. Dat moet ook wel, denkt hij, het is beter voor de patiënt, scheelt zorgkosten, maar bovenal is het personeel er niet om operaties uit te voeren die in de praktijk niet noodzakelijk zijn. ’Maar dit soort gedragsverandering is mega-ingewikkeld. Dat vraagt niet alleen iets van chirurgen en geriaters, maar ook van bestuurders, wetenschappelijke verenigingen en patiënten.’ En het vraagt discipline van mogelijk verontwaardigde Tweede Kamerleden.