Kwart houdt valangst na gebroken heup
Een kwart van de ouderen met een gebroken heup heeft na drie maanden nog angst om te vallen. Een meerderheid herstelt hierdoor slecht. Het is een niet te onderschatten en vaak voorkomend probleem, zegt specialist ouderengeneeskunde Maaike Scheffers (werkzaam bij ActiVite in Alphen aan den Rijn en docent ouderengeneeskunde en onderzoeker bij het LUMC) in het Leidsch Dagblad.
Vereenzaming als risico
Scheffers promoveerde op de aanpak van valangst. Uit databestanden van het Haags Medisch Centrum kwam naar voren dat van de 444 patiënten een kwart na twaalf weken na de gebroken heup nog valangst heeft. Het merendeel van hen houdt het hele jaar door klachten. “Die angst kan het herstel nadelig beïnvloeden. Uit angst om te vallen, mijden ouderen lichamelijke activiteiten, bewegen daardoor minder en herstellen minder goed. Vereenzaming is dan een risico.”
Screenen op valangst
Naar aanleiding van haar onderzoek concludeert de ouderenspecialist volgens het Leidsch Dagblad dat een behandeling van valangst vlak na de operatie voor de meeste patiënten niet zinvol is. Een tweede conclusie is dat zorgverleners alert moeten zijn op valangst nadat patiënten weer thuis zijn. Ze doelt op de kwart van de senioren die na de gebroken heup zoveel angst houdt, dat ze beweging mijden. Screenen op valangst blijft nog zeker twaalf weken na de val, belangrijk, aldus Scheffers. Ze wijst op een therapie ‘Zicht op evenwicht’ waar deze groep baat bij kan hebben.