Huisarts als duizenddingen-doekje

In de afgelopen tien jaar stopten bijna vijfhonderd huisartsen onder de 50 jaar met hun vak. De redenen om te stoppen of switchen zijn divers, schrijft Danka Stuijver (huisarts) in haar column in de Volkskrant, maar komen samengevat neer op het gevoel te zijn verworden tot een duizenddingen- doekje van de gezondheidszorg.

Het is frustrerend “wanneer je als huisarts óndanks hard werken en een maximale poetsinzet, niet die zorg kunt bieden of organiseren die een patiënt nodig heeft”. De columnist beschrijft als voorbeeld “een eenzame oudere die geregeld tot laat in de ochtend in bed ligt te wachten, door krapte in de thuiszorg. Bij ieder bezoek van haar huisarts vraagt ze of ze alsjeblieft naar een verpleeghuis mag. Óf euthanasie krijgt. ‘Huisarts, doe toch iets!’ “

Bepaalde taken níét doen

De huisarts is het eerste aanspreekpunt, ziet dat het niet goed gaat, wil het graag oplossen, maar door eindeloze wachtlijsten elders in de zorgketen voelt het haast als vechten tegen de bierkaai, aldus Stuijver. Huisartsen zullen volgens haar vaker grenzen moeten aangeven: Geen probleemeigenaar worden van al die duizend dingen. Bepaalde taken níét doen, juist zodat de echte huisartsenzorg niet in het gedrang komt.

Belangen te ver uiteen

De politiek, de NZa, of de zorgverzekeraars, niemand komt de huisartsen ‘redden’. De belangen in de zorg lopen simpelweg te ver uiteen, constateert de Volkskrant-columnist. “We zullen als beroepsgroep een lijn moeten trekken en zelf de grenzen van ons vak moeten bewaken. ‘Nee’ is ook een antwoord. Want zegt een huisarts wat vaker nee, dan gaat hij waarschijnlijk een stuk langer mee. En dat lijkt mij, gezien de grote tekorten aan huisartsen, in ieders belang.”