Cliënten helpen met inzage in hun dossier
Tijdens hun thuisbezoeken schrijven wijkverpleegkundigen een verslag van de gezondheidstoestand van hun cliënten. Ze doen er goed aan die cliënten dan direct te betrekken bij wat ze noteren.
Dat concludeert Kim de Groot uit onderzoek naar deze verslaggeving. Ze kreeg daar de Anna Reynvaan Wetenschapsprijs van Amsterdam UMC voor. In het populair-wetenschappelijk tijdschrift van dit umc vertelt de Groot (wijkverpleegkundige bij Thebe en onderzoeker bij Nivel) over het onderzoek.
Vier types cliënten
De onderzoeker onderscheidt vier types cliënten, zowel voor wat betreft de behoefte aan informatie over wat er wordt opgeschreven, als voor het al dan niet kunnen meedoen met de verslaglegging: Mensen die dat graag willen en het ook kunnen; mensen die die behoefte wel hebben, maar niet kunnen meedoen; mensen die er weinig behoefte aan hebben, al kunnen ze het wel; en mensen met een lage behoefte aan meekijken, en die dat ook niet kunnen.
In de richtlijnen
De Groot adviseert wijkverpleegkundigen en cliënten aan te bieden naast ze te komen zitten met de iPad, zodat ze kunnen meekijken. “Wat je kunt voorstellen, bijvoorbeeld aan het begin van het traject: ‘Zullen we doelen stellen?’Dat motiveert en je kunt onderweg ook samen blij zijn om wat iemand al heeft bereikt. Daar heb je allemaal plezier van.” En zo kunnen wijkverpleegkundigen cliënten ook makkelijker vragen of die akkoord gaan met wat zij opschrijven. De conclusie van De Groot dat het belangrijk is cliënten te betrekken bij rapportages, is inmiddels opgenomen in de herziene richtlijnen voor verpleegkundigen.