Veilig zwemmen: wie checkt mij?

Uit cijfers van het CBS blijkt dat het opvallend vaak zestigplussers zijn die in Nederland verdrinken. Hoe kunnen ouderen veiliger het water in, is de vraag in Trouw.

“De precieze redenen dat vooral ouderen in gevaar komen, zijn nog altijd onduidelijk”, aldus Arjan de Vries, directeur van de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ), in Trouw. “Maar overschatting van het eigen kunnen speelt zeker een rol. Ouderen denken vaak: ‘Zwemmen, dat kan ik wel. Ik heb toch op zwemles gezeten?’ Maar zwemmen is een vaardigheid en die moet je bijhouden.”

Minder spierkracht

Daarom raadt De Vries in aan regelmatig het water in te springen. “Op latere leeftijd ga je nou eenmaal achteruit op spierkracht. Je wilt niet op zee ineens voor verrassingen komen te staan. Je kunt veel beter inschatten hoe fit je bent als je dat test.” Waar dat het beste kan? Klein beginnen, luidt het advies van de NRZ. “Hou de volgorde zwembad en dan pas open water aan. Het zwembad is een relatief veilige omgeving waarin je rustig kan oefenen.”

Zwembuddy

Wie hier serieus werk van wil maken, kan meedoen met de Nationale ZwemChallenge van de stichting. Tijdens een zwembadparcours met obstakels, duikzeil en een wak beoordelen onderwijzers de zwemveiligheid van deelnemers. “Een fitheidstest mét certificaat op het eind”, licht De Vries toe in Trouw. Volgens hem is het ook belangrijk om vooraf maatregelen te nemen. Zoals een zwembuddy zoeken. Het liefst iemand die mee het water in gaat, maar iemand aan de kant is al fijn. “‘Wie checkt mij?’, is een vraag die je jezelf moet stellen. Ga niet alleen. En kies een markeringspunt. Zo is het makkelijker oriënteren waar je precies zwemt.”