Pas op met koketteren met goede oude tijden

Nostalgie is een krachtig politiek wapen geworden. Rechts-populisten koketteren met goede oude tijden, vrij van angsten en onzekerheden. Maar als iets bruikbaar is voor oplichters, dan is het voorbije tijd, betoogt Volkskrant-redacteur Olaf Tempelman in een essay in zijn krant.

Het langstlopende project van de Stichting Kiezersonderzoek Nederland is het Nationaal Kiezersonderzoek. Daaruit kunnen we leren dat het onwaarschijnlijk is dat Nederlanders vroeger meer genoten aan meertjes dan nu, omdat ze ook toen angsten en onzekerheden kenden. Voor vreemdelingen en criminaliteit waren Nederlanders uit goede oude tijden niet minder bevreesd dan die van tegenwoordig.

In de bloei van het leven

Een goede oude tijd is alleen maar zo’n tijd omdat die voorbij is, schrijft Tempelman in de Volkskrant, is een inzicht dat al lang meegaat. “Degenen die na zo’n tijd leven, kennen de afloop – in de jaren vijftig wisten mensen nog niet dat een atoomoorlog zou uitblijven. Zouden wij weten dat de opwarming van de aarde ons niet de kop gaat kosten, het milieu zich gaat herstellen en kunstmatige intelligentie zich niet tegen ons gaat keren, dan zou ons dat ook wat zorgen schelen.” Ongeacht de tijd en het cultuurgebied waarin ze leven, hebben veel mensen volgens de Volkskrant-redacteur daarbij een neiging de jaren dat ze in de bloei van hun leven waren achteraf te verheffen tot goede jaren in algemene zin.

Afkeer van drie dingen

“Er is nauwelijks een tijd die als die verstreken is geen goede oude tijd kan worden. Toch wordt er niet naar elk verleden even sterk terugverlangd. Van mensen die nostalgisch zijn valt méér te leren dan dat ze graag weer jong zouden zijn. In plaats van politici die met goede oude tijden koketteren, zouden we iets kunnen hebben aan politici die zich verdiepen in de vraag waar ideeën over goede oude tijden vandaan komen”, aldus Tempelman in de Volkskrant. “Van nostalgische mensen in heel verschillende landen kunnen we namelijk leren dat ze van minstens drie dingen een afkeer hebben: van sociale en etnische spanningen, van grote en snelle veranderingen en van de meeste vormen van schaalvergroting.”