Er is altijd iets om van te genieten

Elly Vleeschhouwer-Blocq, die als tiener zeven concentratiekampen overleefde kijkt liever vooruit dan achterom. Daarom voelde ze er niet voor haar oorlogservaringen op te rakelen voor een boek, zo blijkt uit een interview met deze 100-jarige in de Volkskrant. Dat boek kwam er vorig jaar toch, op haar 99ste: Hij noemde mij Elly. Een kleindochter trok haar over de streep: ‘Oma, doe het voor mij!’

‘Alles wat je overkomt, moet je accepteren. Zo sta ik nog steeds in het leven. Dat kunnen is een kwestie van genen. Hoe rustiger je in moeilijke omstandigheden blijft, des te beter kom je erdoorheen. Als ik iets naar vond, zoals het dertien uur lang zinloos sjouwen van stenen van de ene kant van een greppel naar de andere kant, pure pesterij, dan sprak ik mijzelf toe: ‘Elly, stop met zeuren.’ Met de vrouwen in de barak deden we alsof we gingen koken of bakken. Dan vroegen we elkaar: hoe maak jij boterkoek? Het was net alsof je iets lekkers zat te eten.’

Altijd hoop houden

Heeft zij na de Holocaust nog momenten van geluk kunnen ervaren? ‘Een heleboel!’ Elly Vleeschhouwer-Blocq, weduwde sinds 2007 en zelfstandig wonend in Amsterdam, vertelt in de Volkskrant hoe ze een zeer gelukkig huwelijk had. Wat zij, met haar ervaring, jongere generaties zou willen meegeven? ‘In de eerste plaats: nooit iemand haten. Daar komt oorlog van. Niet opgeven, altijd hoop houden, niet terugkijken, maar vooruit. En altijd schoonheid blijven zien. Zelfs in de kampjaren kon ik genieten van de opkomende zon elke ochtend. Ik ben blij dat ik dat kon. In alle omstandigheden is er iets om van te genieten, je moet het alleen willen zien.’