Weer aan het werk, dat moet makkelijker

“Ik ben 72 en nog steeds van waarde op de werkvloer”, ontdekte Rob Joppe. Hij roept in een opiniestuk in Trouw werkgevers op om meer ouderen deze kans te geven. “Beide partijen hebben daarbij veel te winnen.” Rob Joppe werkt drie dagen per week als klusjesman via KlusHeeren

De pensioenleeftijd is geen houdbaarheidsdatum, merkt Joppe op .”Alsof je bij verstrijken ervan niets meer waard bent. We brengen juist een bak ervaring mee en zelfsturend vermogen. En dat werken sociaal isolement van ouderen tegengaat, lijkt veel werkgevers te ontgaan.” Niet alle werkzaamheden even geschikt. “Maar wat mij betreft blijft er genoeg over: technische dienst, onderhoudswerk, klantenservice, horeca, recepties, noem maar op.”

Goede balans

Niet elke senior te springen om weer aan het werk te gaan, schrijft Joppe in Trouw. “Maar dat heeft wellicht ook te maken met het beeld dat ouderen zelf hebben van werk. Ze denken aan vaste contracten, banen van negen tot vijf, weinig flexibiliteit of eigen zeggenschap. Toch weet ik uit ervaring dat het zo niet hoeft te zijn. Er zijn andere werkvormen. Met enkele aanpassingen kunnen werkgevers en gepensioneerden een goede balans vinden.

Niet alleen als noodoplossing

Oproep van Joppe aan werkgevers is in Trouw: kijk eens met een andere bril naar ouderen. “Zie ons niet alleen als nood- of tijdelijke oplossing, maar neem ons bewust aan als nieuwe krachten. Want dat zijn we: een kracht. Ons aannemen heeft ook maatschappelijke waarde; als werkgever draag je bij aan het fysiek én mentaal welbevinden van ouderen. Zo gaan we gezamenlijk de eenzaamheid tegen.” Dat het ook bijdraagt aan oplossingen voor het personeelstekort, is volgens Joppe een mooie bijvangst. “Een grotere win-win kan ik me niet voorstellen.”

Wetgeving werkt tegen

Het is mooi dat Rob Joppe een lans breekt voor gepensioneerden op de werkvloer, reageert Harry Kneppers uit Delft in Trouw: ware het niet dat de Nederlandse wetgeving dit tegenwerkt. “Ik ben nu, bijna vier jaar na mijn pensionering, nog steeds (op tijdelijke basis) in dienst van de werkgever waarvoor ik al sinds 1990 werk. Mijn werk wordt nog steeds op prijs gesteld. Ik zou er graag mee doorgaan, maar volgens de wet wordt het tijdelijk contract na vier jaar automatisch een vast contract, en dat wil mijn werkgever niet. Mijn contract wordt dus niet meer verlengd.”