Pensionering nu gemiddeld boven 65 jaar
De gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers is in 2019 verder gestegen naar 65 jaar en 1 maand, 4 maanden hoger dan in 2018. Met pensioen gaan voor de 65e verjaardag komt steeds minder voor.
Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. Van het begin van deze eeuw tot en met 2006 lag de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers rond 61 jaar.
Ook AOW-leeftijd verhoogd
De pensioenleeftijd steeg vanaf 2007 onder invloed van regelgeving en wetswijzigingen om werknemers te stimuleren langer door te werken. Het aandeel werknemers die voor hun 65e verjaardag met pensioen gaan is sindsdien sterk gedaald. Ook het feit dat de AOW-leeftijd vanaf 1 januari 2013 geleidelijk is verhoogd, speelt een rol. In 2019 kregen personen vanaf 66 jaar en 4 maanden een AOW-uitkering.
Bijna 3,2 miljoen gepensioneerden
In 2019 waren in Nederland bijna 3,2 miljoen personen gepensioneerd. Tussen 2001 en 2014 steeg het aandeel gepensioneerden in de totale bevolking van 15,1 naar 18,3 procent. Mede door de verhoging van de AOW-leeftijd is het aandeel gepensioneerden onder de bevolking vanaf 2014 stabiel.
Liefst tot 64,5 jaar
Uit cijfers van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2019, een onderzoek van CBS en TNO onder ruim 58 duizend werknemers van 15 tot 75 jaar, blijkt intussen dat werknemers van 45 tot 65 jaar gemiddeld tot een leeftijd van 64,5 jaar willen blijven werken. De helft van de werknemers in deze leeftijdsgroep geeft aan langer te willen doorwerken, als dat kan met minder uren of dagen per week.