Nederlanders gaan steeds later met pensioen

Nederlanders gaan steeds later met pensioen, zo blijkt uit nieuwe CBS-cijfers. De timing houdt gelijke tred met de verhoging van de AOW-leeftijd. Maar sommigen zijn zó enthousiast dat ze zelfs na hun zeventigste nog werken. De Telegraaf gaat na wat hen drijft. “Als een baan leuk is, denk je toch niet aan stoppen?”, zegt een sportschoolhouder.  Een buschauffeur laat weten: “Het mooie is: als ik het zat ben, stop ik ermee. De baas heeft mij harder nodig dan ik hem.” Een 77-jarige die bemiddelaar is bij zware burenruzies, namens diverse gemeenten en woningbouwcorporaties lacht: “Er is luchtiger werk denkbaar.Maar ik vind het nog altijd een mooie uitdaging. Als ik mensen uiteindelijk zover krijg dat het conflict opgelost kan worden, geeft dat altijd weer een ’yes-gevoel’.”

Driekwart 65 jaar of ouder

In 2023 gingen 86 duizend werknemers met pensioen. De gemiddelde pensioenleeftijd was 65 jaar en 11 maanden en daarmee 3 maanden hoger dan in 2022, blijkt uit de nieuwe cijfers van het CBS. Vanaf 2013 houdt de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers min of meer gelijke tred met de geldende AOW-leeftijd. Mede door de verhoging van de AOW-leeftijd loopt de pensioenleeftijd van werknemers dan ook steeds verder op. Alleen in 2021 was de pensioenleeftijd iets lager dan een jaar eerder. In 2023 was 74 procent van de werknemers op het moment van pensionering 65 jaar of ouder. Tien jaar daarvoor (2013) was dat 43 procent en twintig jaar geleden (2003) was 14 procent 65 jaar of ouder op het moment van pensionering. Destijds kon men nog gebruikmaken van vroegpensioenregelingen die na 2006 grotendeels zijn gestopt.