Hoezeer het levenseinde leeft

Het levenseinde mag op het eerste gezicht een beladen onderwerp van gesprek zijn, in de praktijk van alledag blijkt het toch enorm te leven. Dat zegt professor Bregje Onwuteaka-Philipsen, hoogleraar Levenseindeonderzoek aan Amsterdam UMC en voorzitter van het Consortium Palliatieve Zorg Noord-Holland en Flevoland.

Hoezeer het levenseinde leeft blijkt bijvoorbeeld uit het project ‘In gesprek met de burger’, dat ooit is gestart door een huisarts uit Almere. Onwuteaka: “Die organiseerde informatiebijeenkomsten voor zijn 75-plus patiënten en vroeg ons dit te evalueren in een pilotstudie.” Uit de evaluatie bleek dat de bijeenkomsten een succes waren en dat mensen erna vaker in gesprek gaan met hun huisarts over behandelwensen.

Wensen voor laatste levensfase

Inmiddels worden de bijeenkomsten georganiseerd in een groter project, waarbij de netwerken uit het consortium zijn aangehaakt. “De bijeenkomsten worden erg goed bezocht”, ziet Onwuteaka. “Mensen praten over bewustwording van het levenseinde en horen over het belang van het denken over, en bespreken van hun wensen voor zorg en behandeling in de laatste levensfase.”

Ouderen met kanker

Als een ander goed voorbeeld noemt Onwuteaka ‘Nav-CARE’, dat uit Canada komt. Daar worden vrijwilligers opgeleid om ouderen met kanker te helpen bij het organiseren van hun dagelijks leven. Soms gaat dat om het regelen van dagelijkse boodschappen maar het kan ook gaan om het organiseren van zorg of het vinden van sociale activiteiten waar men aan mee kan doen. “Dat succesvolle project is opgepakt door collega’s uit België en daar gaan wij op hun uitnodiging met ons consortium ook bij aansluiten.”