Gesprek over de dood echt geen morele plicht
“Het beter bespreekbaar maken van het levenseinde is nodig. Daar is nog veel winst te behalen. Maar laten we daarbij niet alleen aandacht hebben voor óf, maar ook hóe het gesprek gevoerd wordt.” Dat schrijven Liesbeth van Vliet (universitair docent psychologie Universiteit Leiden) en Annemarie Samuels (universitair hoofddocent culturele antropologie Universiteit Leiden) in Trouw.
De dood is in onze maatschappij uit het dagelijks leven verdwenen. En dat terwijl het jaarlijks aantal sterfgevallen in onze vergrijzende samenleving snel blijft toenemen. De meest recente campagne van de Stichting Sire (‘De dood: praat erover, niet eroverheen’) moedigt ons aan meer met elkaar te praten over het laatste stuk van ons leven.
Niet voor iedereen even wenselijk
Hoewel Van Vliet en Samuels zich hierbij aansluiten, willen ze er een paar kanttekeningen bij plaatsen. “Ten eerste moeten we er voor waken het gesprek over de dood tot morele verplichting te verheffen. Het is niet voor iedereen even wenselijk om over de laatste levensfase te praten.”
Voorkeuren kunnen verschillen
Het is daarnaast cruciaal onderscheid te maken tussen de wensen van patiënten en van degenen om hen heen, schrijven beide wetenschappers in Trouw: Hun voorkeuren wat betreft praten over de dood kunnen van elkaar verschillen en het is de taak van zorgverleners zich in eerste instantie te richten op de patiënt, zonder daarbij hun omgeving uit het oog te verliezen.
Niet automatisch mooiere dood
Tot slot leidt het praten over de dood niet automatisch tot een mooiere dood. “De dood en de weg ernaartoe kun je niet tot in de puntjes plannen, maar het aanmoedigen tot praten over de dood kan onterecht die verwachting wekken. We moeten voorkomen dat nabestaanden het gevoel hebben te falen wanneer het levenseinde anders is dan vooraf besproken.”