50-plussers kijken heus wel naar de toekomst

De aanval op de stempas van de 50-plusser zet maar door, constateert Herman Couperus uit Ermelo in de Volkskrant. “Op televisie zie je jongeren die opgewekt roepen dat zij hun stempas ongeopend bij het oud papier hebben gegooid en een ander relatief groot deel van de jongeren gaat op FvD stemmen. Nee, dan komt het wel goed.”

Natuurlijk is het goed om na te denken over de toekomst van jongeren, aldus Couperus in de Volkskrant. “Veel 50-plussers zijn ouder; die kijken ook heus naar de toekomst voor hun kroost. Aan de andere kant, lang niet alle jongeren van 16 tot 18 jaar zijn bezig met politieke keuzes of de toekomst. Iedereen kan wijze besluiten faciliteren via het stemrecht, jongeren, dertigers, veertigers en ja, ook 50-plussers.”

Hoe grijzer hoe minder gewicht je stem

Couperus reageert onder meer op een Volkskrant-column van Merel van Vroonhoven, die wel voelt voor het idee van een afnemend gewicht van je stem naarmate je haren grijzer worden, het lichaam strammer en het aantal verwachte verjaardagen kleiner: Woensdag zijn er voor het eerst in de geschiedenis meer stemgerechtigde 75-plussers (1,7 miljoen) dan 25-minners (1,6 miljoen). Terwijl staatscommissie-Remkes al in 2018 constateerde dat de stem van jongeren in onze democratie ondervertegenwoordigd is, ziet het Kinderrechtencollectief vijf jaar later dat de regering nog steeds weinig werk maakt van kinder- en jongerenparticipatie.

‘In verschillende Europese landen bestaat al veel langer stemrecht voor mensen vanaf 16, waarom kan dat niet hier?’, vraagt Kimberley Snijders (22), voorzitter van de Nationale Jeugdraad (NJR) zich af, zo vermeldt Van Vroonhoven in de Volkskrant. Inspraak van jongeren en kinderen wordt volgens de NJR-voorzitter nog te vaak gezien als een moetje: Met als gevolg schijnparticipatie en lippendienst. Oudere generaties moeten jonge mensen meer betrekken.

Geef stempas aan mijn kinderen

Door onderzoeken over de verschillen in stemgedrag tussen jongeren en ouderen, waaruit blijkt dat oudere mensen vaak sterk aan zichzelf denken, besloot Robert Scheltens  (71) zijn stempas aan zijn kinderen te geven, vertelt hij in NRC. “Ik heb plaatsvervangende schaamte als ik zie wat mijn leeftijdsgenoten belangrijk vinden deze verkiezingen. Ik ben 71 en als ik zie wat mijn generatie bezighoudt, vergeleken met waar jongeren mee te maken hebben, schrik ik daarvan. Dan denk ik potverdorie: mensen van mijn leeftijd, wij hebben duidelijk meer verleden dan toekomst.” “Daarom heb ik besloten mijn stempas voor de verkiezingen volgende week te geven aan mijn kinderen, die zijn 27 en 31, en hebben juist meer toekomst dan verleden. Zij mogen samen bepalen waar ze op stemmen.”

Scheltens werd overtuigd door de recente onderzoeken over de verschillen in stemgedrag tussen jongeren en ouderen, zegt hij in NRC, waaruit blijkt dat oudere mensen vaak wel heel sterk aan zichzelf denken: voor hun wegen ouderenzorg en veiligheid bijvoorbeeld vaak zwaarder dan onderwijs of klimaat. “Daarin dringt nog weinig door van het besef dat mijn generatie de aarde ook een beetje mooi moet achterlaten aan onze kinderen.”

Nadat hij zelf had besloten zijn stem weg te geven, deed Scheltens ook een oproep aan leeftijdsgenoten op sociale media. Daar kreeg hij erg gemengde reacties op terug. “Ook mensen die het maar een idioot idee vinden.” Scheltens ziet “gelukkig ook dat onafhankelijk van mij meer mensen op hetzelfde idee zijn gekomen. Het is hoopvol dat iemand als [weerman en klimaatonderzoeker] Gerrit Hiemstra in een talkshow vertelde dat hij ook zijn stem aan zijn kinderen geeft. Ik hoop dat een groter deel van de oudere generaties hier gehoor aan geeft. Stel je voor dat een flink deel dat zou doen: dat zou de toekomst toch een veel sterkere stem geven?”

Ook de oudere stem telt mee

“Ik vat stemmen op als een morele plicht en schrok echt toen een oudere buurvrouw, net tachtig geworden, zei: „Ik stem niet meer. Dat laat ik aan de jongeren over.”” Dat schrijft Stephan Sanders in zijn column in NRC.

“Goed ter been, helder in het hoofd. Ze heeft zichzelf afgeschreven. Zou dat in de geest zijn van jongerenpartij LEF, de club met de vele ludieke acties? Een zero-sum game: wat er aan jongeren bij moet, haal je van de ouderen af?” Sanders vreest de dag dat vijfenvijftig-plussers zich moeten verantwoorden, schrijft hij in NRC. “Het grootste deel van hun leven al voorbij, en dan ook nog willen meetellen? Stemmen?”

Er bestaan landen waar zelfs de doden weer tot leven worden gewekt als dat van node is voor de partij die gebeiteld wil zitten, merkt Sanders op. “Dat is cynisch genoeg, maar bij leven moet niemand zich overbodigheid laten aanpraten. Er is niet alleen toekomst nodig, maar ook geheugen.”

Lief kleinkind, wat zou jij willen dat ik stem?

Voor het eerst zijn er ook meer stemgerechtigden ouder dan 75 dan jonger dan 25. Cru gezegd, schrijft AD-commentator Hans Nijenhuis: als het over de iets verdere toekomst gaat hebben degenen die ‘m naar alle waarschijnlijkheid niet meer meemaken meer stemmen dan de groepen die er nog volop mee te maken krijgen. Daarom zijn er meer mensen die het voorbeeld volgen van weerman Gerrit Hiemstra, die vorige week op televisie vertelde zijn stempas aan zijn dochter te hebben gegeven.

Het risico bij dit soort ideeën is dat ze het wij-zij-denken versterken, aldus Nijenhuis in het AD. “Alsof ouderen bij het bepalen van hun keuze vooral denken aan pensioenen, ouderenzorg en de spaarrente. En jongeren meer aan de wereld en het klimaat.” Suggesties als dat de stem van ouderen minder zwaar zou moeten wegen naarmate zij dichter bij hun levenseinde komen, helpen ook niet. Je zou net zo goed het omgekeerde kunnen bepleiten: zij hebben meer levenservaring dus moet hun stem zwáárder tellen.

Het besluit van Gerrit Hiemstra is volgens de AD-commentator wel mooi om over na te denken. Zeker als je nog aan het wikken en wegen bent wat je moet gaan stemmen. Neem iemand in gedachten die je liefhebt: wat zou het beste voor hem of haar zijn? Je kunt het hem of haar ook gewoon vragen. En nee, dit is niet iets wat een kleinkind van oma kan verlangen. Het is wel een gunst die oma haar kleinkind kan verlenen.””