Geen pijnlijk gepiel meer met steunkousen

Technologie is een uitkomst voor het gebrek aan handen in de ouderenzorg, meent het kabinet. Deze maand bespreekt Trouw elke week een nieuw snufje. Dit keer: de helpsoq.

Een verzorgende in opleiding drukt op een knopje van een apparaatje dat, als je er een gezichtje op zou tekenen, zo zou kunnen figureren in een Pixar-film. Uit het ‘hoofdje’ komen wieltjes. Zij vouwt het uiteinde van een steunkous over de wieltjes, drukt op een knop en wacht tot de kous automatisch opgerold wordt. Dan klikt ze het hoofd – het lijkt nu alsof het figuurtje een ­bivakmuts draagt – van de rest van de machine. Dat blijkt een kleine hoepel te zijn waar nu de steunkous over gespannen is, die ze over het been trekt.

Zweren bij de helpsoq

“Wij zweren bij deze helpsoq”, zegt de teamleider van verpleeghuis Zonnehuis Zuiderhof in Vinkeveen, een huis waar alleen patiënten met een somatische hulpvraag wonen, in Trouw. “We hebben twee help­soqs. Maar we willen er eigenlijk meer.”De teamleider vertelt dat de bewoners nog niet zelf de helpsoq kunnen gebruiken, maar dat ze daar wel naartoe willen.

Cliché met reden

Het is een beetje een cliché, aldus Trouw: een verzorgende die de ochtend begint met het omdoen van ontelbare steunkousen. Maar dat cliché is er met een reden. Verzorgenden zijn veel tijd kwijt aan een banaal klusje als steunkousen omdoen. Het is nogal een gepiel. Het proces kan ook pijnlijk zijn voor de patiënt. Bovendien is het zwaar voor de verzorgende. Je staat lang voorovergebogen, en moet best wat kracht zetten om de kous over het been te krijgen.