Politie helpt slachtoffers digitale oplichting
De politie moet slachtoffers van digitale oplichting zo snel mogelijk thuis opzoeken. Dat helpt echt, blijkt volgens dagblad de Stentor uit een proef van de politie Oost-Nederland.
Bij een woninginbraak komt de politie bijna altijd langs om sporen veilig te stellen. Maar bij een digitale inbraak gebeurt dat vrijwel niet of nauwelijks. Wie slachtoffer is geworden van digitale oplichting moet doorgaans online aangifte doen. Of kan een afspraak maken op het politiebureau.
Hulp bij aangifte
Kunnen we het de digitale crimineel net zo moeilijk maken als de traditionele boef? Met die vraag in het achterhoofd startte de politie Oost-Nederland een proef. In Arnhem, Zwolle, Apeldoorn en de regio Harderwijk gingen agenten direct langs bij mensen die net slachtoffer waren geworden van internetoplichting. Ze hielpen bij het doen van aangifte, aldus de Stentor.
Sporen vastgelegd
Ze ondernamen stappen om weer veilig te kunnen internetten en online bankzaken af te doen. Bijvoorbeeld door samen contact op te nemen met de bank. Die zette frauduleuze boekingen stop, en bekeek meteen of er geld kon worden teruggehaald. Net als bij een fysieke inbraak werden sporen vastgelegd.
Zeer gewaardeerd
De extra dienstverlening werd zeer gewaardeerd, stellen de politiemensen die de proef bedachten. Agenten zagen door de thuisbezoeken de impact die digitale delicten hebben. De slachtoffers, veelal ouderen, kampten met grote gevoelens van onveiligheid. Het snelle huisbezoek zorgt ervoor dat de politie nieuwere oplichtingsmethodes eerder in de smiezen heeft, aldus de Stentor.